Raganorck Forum Index Raganorck

 
 FAQFAQ   SearchSearch   MemberlistMemberlist   UsergroupsUsergroups   RegisterRegister 
 ProfileProfile   Log in to check your private messagesLog in to check your private messages   Log inLog in 

De Kade
Goto page 1, 2, 3  Next
 
Post new topic   Reply to topic    Raganorck Forum Index -> Aankele Haaie - De Ondergrondse Rivier
View previous topic :: View next topic  
Author Message
Leona
Nachtdwaler


Joined: 10 Nov 2004
Posts: 109
Location: Perth, West-Australie

PostPosted: Sun Dec 26, 2004 11:45 pm    Post subject: De Kade Reply with quote

Krislin-Jeia klauterde van boord en haar voeten landden zacht op de kadestenen. Haar oude katachtigheid werd nog steeds verzwaard door de last van al het gesteente om haar heen maar hier, in de wijde gewelven van de haven, leek het of haar ziel toch meer lucht kreeg.

Ze sloeg haar plunjezak over haar schouder en haalde voorzichtig een diepe teug lucht naar binnen. Vis en rook en water, zweet van zeelieden en de geuren van olie, hars en teer. Ver weg, over de kade, de geur van warm voedsel en verschraalde drank. Harteklop van duizenden zielen hier gevangen of verscholen. De meesten voorgoed.

De berg drukte nog steeds op haar en ze wist dat ze hier niet lang kon blijven. Ze moest naar boven, naar de stad. "Raganorck" ze proefde het woord op haar tong. Stad van stenen, maar met een hemel erboven en regen en licht. Wie weet wat ze daar vinden kon. Een plaats voor zichzelf en voor Aza. Het was alweer bijna een half jaar gelden dat ze het kleine meisje onder haar hoede had genomen. Toen nog als erfenis van schuld aan een man die was verdwenen. Niet gestorven maar voor altijd weg. Voor Jeia stond de keuze vast. De schuld ging over op zijn kleine zusje en voor haar zou ze zorgen tot deze was betaald.

Nu, vele maanronden later sprak geen van beiden er meer over. De schuld zou nooit betaald worden en altijd betaald. Voor Aza was Krislin-Jeia's waakzame bescherming de veiligste plaats om op te groeien. Voor Jeia was Aza een reden om te bestaan. Om vol te houden en hen beiden het vege lijf te redden, hoewel ze in haar eigen lichaam weinig waarde meer zag. De zorg voor Aza had in haar een nieuwe trots doen groeien. Op een plaats in haar hart waarvan ze zich nooit bewust was geweest. Een plaats die niet verschroeid was en verwoest. En in de schaduw daarvan groeide ook, voorzichtig en langzaam, een nieuwe trots voor zichzelf.

---------------------------

Als een diertje losgelaten in een vreemd bos zette Aza haar eerste stappen op de kade. Wat was alles wijd en koud! Dit was een stad zoals ze nog nooit eerder gezien had. Lichtjes van huizen spreidden zich uit in een flauwe halve maan langs de kade en dan omhoog langs de rotswand erachter. De huizen hogerop leken groter en statiger, met pilaren langs de gevel en fakkels naast de deuren. De lager gelegen huisjes leken meer op in elkaar gedoken diertjes. Ondanks de knusheid lag er niets gezelligs in.

Ze keek op naar Krislin-Jeia, die de omgeving opnam als een tijgerin. Speurend naar een plaats om de jacht te beginnen. "Waar gaan we nu heen?"


Last edited by Leona on Mon Dec 27, 2004 10:39 am; edited 2 times in total
Back to top
View user's profile Send private message Send e-mail Visit poster's website
Leona
Nachtdwaler


Joined: 10 Nov 2004
Posts: 109
Location: Perth, West-Australie

PostPosted: Mon Dec 27, 2004 12:25 am    Post subject: Reply with quote

Jeia keek om en dwong een dappere glimlach op haar gezicht. "Een herberg zoeken. Warm eten en schoon water. Een zacht bed. En dan iemand vinden die ons naar boven kan brengen."

Aza knikte langzaam."En Otto?"

Jeia volgde haar blik naar het dek van de Glasaal. Otto's forse gestalte als een wankelend rotsblok, kwam langzaam op hen toe, druk in gesprek met Talek, de stuurman. Op zijn rug droeg hij een grote tas met kleren en warm beddengoed. Allemaal in hetzelfde bruin als de pij die hij aan had en waarschijnlijk met op elke lap het embleem van de Bibliotheek van Parrah geborduurd. Over zijn schouder hing de zware leren tas met zijn kostbare boeken. Otto leek voor zijn doen in een zeer goed humeur en ze hoorde zijn goedmoedige stem hardop lachen om een opmerking van Talek. Ze had Otto al tijden niet meer vrolijk gezien en het was aanstekelijk.

"Hee, mannen!"

Talek en Otto keken op, de rest van de bemanning was reeds van boord gestapt en over de kade uitgezwermd. Alleen Sirishi Ketos was nog over, hangend over de rand van de reling schrobde hij de huid van het schip met een lange borstel. Tussen zijn tanden door floot hij een liedje waarvan de melodie een spottende tekst suggereerde met waarschijnlijk hier en daar een "Hei-sa-sa" en wellicht een "Ahoi!".

"Gaan jullie mee een kroes warme wijn te drinken in de taveerne?" vroeg Jeia. Ze wees met haar duim over haar schouder naar een stevig gebouw aan de overkant van het kadeplein waarvan het uithangbord en de geluiden en geuren die eruit kwamen warmte en drank beloofden.

"De Helleveeg?" vroeg Talek.
Jeia knikte onzeker "Als dat is hoe-ie heet. Iets mis mee?"
"Oh nee" antwoordde Talek "Prima plaats. Warme bedden en koud bier. De beste plaats ook voor een vrouw om naar toe te gaan. Dikke Hella heeft weinig geduld met mannen zonder manieren." Hij grinnikte "Met vrouwen zonder manieren ook niet, trouwens. Maar helaas kan ik u zelf niet vergezellen. Een haven als deze..." er sloop een waarschuwende toon in zijn stem die Jeia van binnen deed verkillen "...vereist de constante aanwezigheid van een bemanningslid aan dek, zeker zolang er lading aan boord is. Bezit en eigendom zijn hier twee verschillende zaken." Taleks opgeruimde gezicht was in tegenspraak met de stalen rand die rond zijn woorden hing. "Pas dus goed op jezelf, en de mensen onder je hoede..” zijn blik begon bij Aza maar gleed kort opzij naar Otto “..zeker in een stad waar je de wegen niet kent.”

Krislin-Jeia knikte. “Bedankt voor de waarschuwing, Stuurman…Talek, is het toch?”

“Talek Sagash.” Antwoordde hij ernstig. Zijn groene ogen schitterden, zelfs wanneer ze de zwaaiende lichtkringen van de lantaarns langs de kade helemaal niet leken te vangen. Jeia bekeek hem iets beter, alsof ze hem voor het eerst zag. Nu pas merkte ze hoezeer de druk van de smalle tunnelmuren haar zintuigen verdoofd had. De manier waarop zijn handen op de reling rustten, de eenheid met het hout die dieper ging dan lauter liefde voor het kleine zwarte schip.

“Ben je bang voor de stenen?” vroeg ze. Het was eruit voordat ze het wist.

Talek had betrapt moeten kijken, maar in plaats daarvan gleed er een geamuseerde grijns over zijn gezicht. “Bang niet…” antwoordde hij bedachtzaam “Net zomin als je bang hoeft te zijn voor het vuur in de haard. Je moet er alleen niet je hand in steken. Op mijn hoede is een beter woord. De stenen hier slapen, maar hun sluimer is licht… Lichter dan daarboven… En in hun dromen raast een waanzin waarvan het gif langzaam in je bloed kan trekken… Als je het toestaat.”

Taleks blik ontmoette de geschrokken ogen van Aza. Het zwart van haar pupillen ging naadloos over in het donkere, bijna zwarte blauw van haar irissen die daardoor twee zwarte gaten in haar gezicht leken.

“Dat gevaar loert niet op jou, meisje.” Sprak hij zacht “Tenzij je bewust probeert om de stenen te wekken, en zelfs dan zou het je waarschijnlijk niet eens lukken.” Talek zuchtte en zijn glimlach werd een grimas van verborgen pijn. “Maar dat is wel een groot gevaar voor mij, en anderen van mijn ras. Niemand van ons houdt het lang uit in deze levende stad.”

Talek keek opzij, naar het bezorgd geinteresseerde gezicht van Otto. Wat wist deze man van zijn volk? En maakte het wat uit als hij het wist? Hij nam een besluit.

“Ik ben Farrall” sprak Talek. “Mijn ras heeft de gave om een te worden met de tastbare wereld. Stenen, water, hout en stormen. Wij worden deel van hen voelen hun vorm en beweging.”

Hij knikte. Dat moest maar voldoende zijn. Wat Jeia wist mocht ze Otto zelf vertellen… Als ze al meer wist dan alleen de naam van zijn volk en enkele stoffige legenden.

“Hier in Raganorck wordt die gave een vloek want via dezelfde verbinding sluipt de ziel van de stenen ons bloed binnen. Deze stad…” Hij keek hen drieen elk kort aan “Deze stad is krankzinnig. Oud en eindeloos vreemd. Haar straten houden zich niet aan vaste paden, zoals jullie zelf wel zullen merken. Ze is wispelturig en altijd in beweging. Toch wordt ze niet wakker, niet echt… Nog niet in elk geval.”

Taleks blik rustte kort op Jeia's gezicht, alsof hij haar gedachten had gelezen “Mijn aanwezigheid zal haar niet wekken, wees daar niet bang voor. Zelfs toen ik hier de eerste keer kwam, en nietsvermoedend op de kade stapte, ontmoette ik slechts een slapende kracht. Haar ziel vlocht zich om de mijne als spinrag rond een vlieg, maar ik was een veel te kleine vlieg om de spin te interesseren. Ik worstelde me los en sindsdien sluit ik mezelf voor haar af.”

Jeia knikte langzaam. Op een bepaalde manier kwam zijn situatie overeen met de hare. Immer op haar hoede om te kunnen blijven denken, functioneren, bovenop de kolkende stroom van herinneringen. “Wat doet een Farrall op een schip?”

Talek haalde zijn schouders op. “Ik hou van schepen. Er zit iets moois, iets bijna-levends in hun vorm, hun reiken naar de wind en vechten met de stroming. Ik stapte aan boord en begreep die beweging. De samenhang van planken, touwen en teer. Meer dan de som der delen.”


Last edited by Leona on Mon Dec 27, 2004 10:50 am; edited 3 times in total
Back to top
View user's profile Send private message Send e-mail Visit poster's website
Otto Desiderius
Sporenzoeker


Joined: 17 Nov 2004
Posts: 19
Location: Raganorck

PostPosted: Mon Dec 27, 2004 12:30 am    Post subject: Reply with quote

“En een…Farrall… vindt lekken en zwakke plekken waar het oog ze niet vermoed...?” Suggereerde Otto nadenkend, het vreemde nieuwe woord proevend op zijn tong.

De verbazing in de ogen van Talek en Jeia stoorde hem een beetje. Gewoon omdat hij nog nooit eerder van zo-iets als Farrall gehoord had betekende toch niet dat hij er niet over na kon denken. Dat hij dom was?

De wereld hier zat vol vreemde dingen. Het deerde hem niet meer zoveel. Maar het respect van mensen die hij voorzichtig als vrienden was gaan beschouwen des te meer.
_________________
~ Non cognosco quo modo dicere linguam latinam bene ~
Back to top
View user's profile Send private message
Leona
Nachtdwaler


Joined: 10 Nov 2004
Posts: 109
Location: Perth, West-Australie

PostPosted: Mon Dec 27, 2004 10:56 am    Post subject: Reply with quote

Krislin-Jeia zag hoe Otto in elkaar kromp onder haar blik. Alsof ze hem gestompt had. Ze begreep het niet helemaal. Wat nou weer? Ze schudde haar losse blonde haren uit haar gezicht. Slordig en vol klitten, zag ze. Voor het eerst begon ze zich ook hier aan te ergeren. Ze had een bad nodig, en schone kleren. Nu de koude tunnelwind aanwakkerde en als een kille adem haar vormloze bruine gewaad deed flapperen werd de warmte van de De Helleveeg steeds uitnodigend.

Uit haar ooghoek zag ze Talek knikken. “Dat klopt ja.” Antwoordde de Farrall “..maar er is meer nodig dan dat om een goede zeeman te worden. Een schip echt te begrijpen. Een schip is meer dan materie.."

Talek's handen streken zacht over de basis van de boegspriet en hij voelde haar nerven, het oude eens levende hout onder de vele lagen scheepsverf, en daarin ook de boom die zij eens was en de dans van haar takken. Voorbij, zoals het een onherroepelijk in het ander verdwijnt. Berg tot gruis, gruis to zand, zand tot klei en klei tot baksteen. Een huis voor mensen die leven ademen groeien en sterven. De stenen brokkelen af, de wind raast voorbij en onder de aarde drukt een nieuwe berg het land omhoog.

Verzonken in zijn eigen gedachten, moe van een lange reis, hoorde hij nauwelijks dat Otto hem weer iets vroeg.
Back to top
View user's profile Send private message Send e-mail Visit poster's website
Otto Desiderius
Sporenzoeker


Joined: 17 Nov 2004
Posts: 19
Location: Raganorck

PostPosted: Mon Dec 27, 2004 11:16 am    Post subject: Reply with quote

"...zo kan een Farrall wel een goede scheepsbouwer worden, lijkt me zo." Dacht Otto hardop.

Zijn gedachten dwaalden af naar de vele bouwtekeningen die hij ooit in zijn vader's kantoor had mogen bestuderen. Touwen en planken, katrollen en balken. Precies in die hoek, precies in die boog en in die vorm. In die maanden waren zijn ogen geoefend geraakt en voor het eerst in zijn leven had hij met interesse naar zijn vaders schepen gekeken. Dat had de oude Desiderius zeer verheugd, maar hij had zijn zoon's interesse verkeerd begrepen. Niet de schepen zelf, maar de kunsternaarshand erachter hadden Otto echt bekoord. Niet de handeling, maar de gedachte. Toen de scheepsboeken waren verslonden had Otto zich niet naar de haven gerept, maar naar de bibliotheek...

Otto schudde de gedachten van zich af. Ook hij was moe.

"Ik heb ooit gehoord van een volk dat bergen en bomen kon bewegen..." begon hij voorzichtig "Hun naam was niet Farrall, maar anders... iets dat erop leek... dacht ik."

Zijn eigen brutaliteit verbaasde hem, maar dit was het vuur dat ontwaakte als Otto's nieuwsgierigheid harder rende dan zijn voorzichtige verstand.

"Talek, kan jij ook dingen bewegen en sturen... Buiten de muren van deze stad bedoel ik?"
_________________
~ Non cognosco quo modo dicere linguam latinam bene ~
Back to top
View user's profile Send private message
Leona
Nachtdwaler


Joined: 10 Nov 2004
Posts: 109
Location: Perth, West-Australie

PostPosted: Mon Dec 27, 2004 11:22 am    Post subject: Reply with quote

Talek grinnikte. Een directe vraag verdiende een direct antwoord. "Niet meer dan mijn eigen lichaam, en de pijl uit mijn boog, en het hart van een vrouw... als ik geluk heb. Ik ben Farrall, maar hun bloed stroomt dun in mijn aderen. Als het laatste stroompje van een opdrogende rivier. Ooit, in een storm, heb ik een stuk scheepswand zichzelf doen sluiten... Denk ik.. Zeggen ze... Ik weet het niet zeker..."

Hij glimlachte en keek Otto nadenkend aan "Dat hoeft niets bijzonders te wezen. In wanhopige tijden vervaagt bij alle stervelingen soms de grens tussen hand en hart."
Back to top
View user's profile Send private message Send e-mail Visit poster's website
Otto Desiderius
Sporenzoeker


Joined: 17 Nov 2004
Posts: 19
Location: Raganorck

PostPosted: Mon Dec 27, 2004 11:27 am    Post subject: Reply with quote

Otto knikte, maar dat was meer een beleefde reactie. Heroische woorden kwamen uit boeken. Hij had er vele gelezen. Maar nu op reis begon hij te beseffen dat veel boeken eindigden bij de kaft.

Hij voelde zich een verrader nu hij merkte dat, hoe verder hij van zijn bibliotheek verwijderd raakte, hoe meer hij eraan begon te twijfelen of alle wijsheid van de wereld inderdaad tussen hun muren lag.

Was er wijsheid die zich niet op liet schrijven?
_________________
~ Non cognosco quo modo dicere linguam latinam bene ~
Back to top
View user's profile Send private message
Leona
Nachtdwaler


Joined: 10 Nov 2004
Posts: 109
Location: Perth, West-Australie

PostPosted: Mon Dec 27, 2004 12:32 pm    Post subject: Reply with quote

Een plotselinge fluittoon deed hen allen opkijken. Sirishi Ketos, ondersteboven hangend aan de reling, tilde zijn donkere hoofd op en wierp een scherpe blik in de richting van Talek.

"Stuurman! Moet-u hier es kijken!"

Met een paar passen was Talek bij de reling en keek naar beneden langs de scheepswand. Toen, alsof het hem niets kon deren, slingerde hij zijn lange lijf over de reling en landde zacht op de planken van het dok. Ineengedoken als een adelaar speurden zijn groene ogen de scheepswand af.

Achter zich voelde hij Aza's kleine gestalde en ook haar adem stokte. Over de huid van het schip, duidelijk zichtbaar in de groenig grijze laag palingresten en slijm, was een spoor getrokken van vijf klauwende nagels. Talek stak zijn hand uit en spreidde zijn vingers. De afstand tussen de afdrukken was gelijk aan die van een mensenhand, maar de krassen gingen dieper... In de vijf strepen was de dikke zwarte verflaag van het schip verdwenen en daar doorheen scheen het bruingruis van naakt hout.

Talek floot. "Da's een grote..." Hij keek omhoog in het nog immer ondersteboven hangende gezicht van Sirishi. "Daar moet de botenbouwer naar kijken... hiervoor is teer nodig, en nieuwe verf."
Aza ademde nu eindelijk uit "Maar wat IS het?" vroeg ze, haar hart kloppend in haar keel. Dit was zo spannend!
Talek keek om, een geamuseerd lichtje in zijn groene ogen. "Dat, jonge vrouw Mirrat, is iets dat alleen scheepslui weten. Denk je zo simpel al onze legenden te kunnen horen?"
Aza waagde een gokje. Ze rechtte haar schouders, keek hem aan met grote ogen en sprak "Ik wel."
Talek en Sirishi barstten uit in een schaterlach. "Een waarom dan, Aza Mirrat?"

Het antwoord kwam op in haar hoofd voordat ze het zelf doorhad. De stem van haar moeder, zo lang geleden dat ze dacht dat ze het vergeten was. Haar eigen kleine stem herhaalde die woorden. "Ik ben de dochter van de verhalenverteller. Door mij leven legenden voort."

Talek's grijns verstilde en zijn blik werd ernstig. "Dat zijn oude woorden, Aza Mirrat. Verhalenvertellers bestaan niet meer. Hun taak overgenomen door schrijvers, klerken en bibliothecarissen. Hier in Raganorck zal je leren dat zwijgzaamheid vaak beter is. Sommige verhalen willen niet verteld worden, anderen groeien met elk woord uit tot monsterlijke proporties. Hou je oren open en je mond dicht, raad ik je aan. De oren van kleine meisjes worden vaak over het hoofd gezien."

Zachter voegde hij eraan toe "Je moeder, was zij een verteller?"

Aza schudde haar hoofd "Nee, ze was.. ehm... soldaat. Maar ze kende wel heel veel verhalen. Over het land en onze geschiedenis. Over volkeren en verre landen. De namen van mijn voorouders..." ze zuchtte en haar donkere ogen werden vochtig. "Elke avond als ik in bed lag vertelde ze me iets. Elke dag. Elk jaar..." een enkele traan welde op in haar ooghoek, voor de rest bleven haar ogen even onbewogen zwart als altijd. "...en nu is ze weg en ben ik over..." Ze draaide zich om en wilde weglopen "Het is ook maar een stomme titel ook. Je hebt gelijk... Nu zijn er bibliotheken."

Taleks hand hield haar tegen. "Dit is geen grote legende." hij wees op de krassen in de scheepswand. "Maar wel iets waar alleen scheepslui van weten, en wij spreken er niet van. Niet met hen van boven. Ik wil het je wel vertellen, in ruil voor een ander verhaal."

Aza keek hem aan en kneep haar ogen tot spleetjes "Wat voor verhaal?" vroeg ze, met terughoudendheid in haar stem.
"Later..." antwoordde Talek. "Als de tijden kalmer zijn, wil ik je vragen om een van de verhalen van je moeder. Maar niet nu."

Aza ontspande zich iets. "En Jeia en Otto?"

De kleine vrouw en het wandelende rotsblok stonden voorovergebogen naar de scheepswand te turen, druk pratend met Sirishi. Otto rommelde zelfs wat in zijn grote leren tas, en haalde een fors in leer gebonden boek tevoorschijn. Uit een zak van zijn gewaad diepte hij een potje inkt en een veer op, en begon de afsrukken zorgvuldig na te tekenen.

Talek haalde z'n schouders op. "Misschien komen die er zelf wel achter. En dan nog, het is geen informatie waar je daarboven iets mee kan. Hou het voor je, als je kunt. Als het moet, deel het zorgvuldig."

Aza knikte. Iets in haar bloed begreep wat hij bedoelde. "Het verhaal behoort de haven toe... Ehm... hoe heet het hier ook weer?"

Talek lachte "Aankele Haaie." verklaarde hij met lichte trots. Hij trok haar mee naar de punt van het dok en ging op de rand zitten, met gekruisde benen. Het water rees en daalde met zuigend geruis om de palen.

"Deze grotten zijn oer-oud." begon hij "Ouder dan de stad erboven. Hier leven wezens die waarschijnlijk niet in Otto's boeken staan. Een daarvan noemen we de Lichtogen, Steenkrabbers of gewoon de Ogen. De meeste niet veel groter dan een kat en met een huid die lijkt op steen. Ze worden zelden gezien, en dan alleen in de diepste gewelven. Hun nagels zijn in staat om rotsen te snijden en hun ogen weerspiegelen de kleinste lichtbron zo helder dat ze zelf licht lijken te geven." Talek's wierp een blik achterom, naar de Glasaal. "Het wezen dat onze wand bekrast heeft, moet groter geweest zijn dan de meeste, en het feit dat hij zich in een gewone vaargeul ophield is erg opmerkelijk..." Hij gaf haar een klopje op de schouder en stond abrupt op. "Je hebt geluk gehad, Aza Mirrat. Zo-iets zie je je hele leven nooit weer..."

Met forse passen liep Talek terug naar het schip en nam zelf ook een zwabber. Extra voorzichtig begon hij de slijmlaag rondom de krassen te verwijderen, terwijl Sirishi verderop het schip zijn taak hervatte.

"Ik zie julie later, in de Helleveeg!" sprak hij tot Otto en Krislin-Jeia. Het was een afscheid, dat was duidelijk. Otto klapte zijn boek dicht en borg het weg, samen met zijn pen en inktpotje. Jeia laadde haar plunjezak weer op haar schouder. "Kom je, Aza?" Het meisje voegde zich bij hen.

Otto keek wat besluiteloos om zich heen. Nooit helemaal gerust dat zijn aanwezigheid echt gewenst was. O, o wat een moeilijk gedoe. Jeia gaf Otto een ferme klap op zijn schouder en keek hem lachend aan

"Otto, ga je mee naar de Helleveeg?"


((Krislin-Jeia en Aza naar >> Aankele Haaie: Taveerne de Helleveeg))


Last edited by Leona on Mon Dec 27, 2004 12:49 pm; edited 1 time in total
Back to top
View user's profile Send private message Send e-mail Visit poster's website
Otto Desiderius
Sporenzoeker


Joined: 17 Nov 2004
Posts: 19
Location: Raganorck

PostPosted: Mon Dec 27, 2004 12:37 pm    Post subject: Reply with quote

Een brede grijns gleed over Otto's gezicht en hij knikte vlug. "Graag! Ik kom nooit vaak in.... eh... kroegen.."

Met een laatste groet naar Talek en Sirishi, die hem niet eens meer zagen en alweer druk aan het werk waren, volgde hij Krislin-Jeia en Aza naar het uitnodigende licht van de herberg.

((Otto Desiderius naar >> Aankele Haaie: Taveerne de Helleveeg))
_________________
~ Non cognosco quo modo dicere linguam latinam bene ~
Back to top
View user's profile Send private message
Leona
Nachtdwaler


Joined: 10 Nov 2004
Posts: 109
Location: Perth, West-Australie

PostPosted: Mon Dec 27, 2004 12:48 pm    Post subject: Reply with quote

Uit zijn ooghoek zag Talek het drietal verdwijnen en richtte toen zijn aandacht weer op het schip.

Een "Oog" zo dicht in de vaarroute... Wat had dat te betekenen? Was er onrust in de donkere gewelven, dat deze wezentjes verstoord raakten en opdoken waar ze anders nooit kwamen?

Waarom? En vooral waardoor? En had dit iets te maken met het verdwijnen van de Tormentil. De woorden van Ferdinand de Wilde klonken nog helder in zijn oren. Zomaar verdwenen... Zonder enig spoor.

Deze rotsen waren ouder en onbegrijpelijker dan hij ooit zou kunnen bevatten. Hij, een Farrall wiens gave het was om rotsen te lezen. Maar niet deze rotsen. Dit was niet zijn domein.

Zijn domein was het schip. Liefdevol streek Talek de laatste slijmprut weg van de Glasaal en inspecteerde de huid. Een extra teer- en verflaag zou zowiezo geen kwaad kunnen. Op sommige plaatsen, voelde hij, was ze akelig dun. Als Segura terugkwam zou hij er met haar over spreken, en haar mening vragen over de krassen. Zij kende deze gewelven langer dan hij. Hoorde verhalen die hem ontgingen...

In zichzelf lachend klom hij terug aan boord om de zwabber weg te bergen. Misschien moest hij toch eens wat vaker laveloos in een kroeg hangen en meebrallen. Op die stroom komen ook de verhalen jouw kant op. Aangedikt en bijgeschilderd, natuurlijk, maar toch...

((Sirishi Ketos naar >> Aankele Haaie: Taveerne de Helleveeg))
Back to top
View user's profile Send private message Send e-mail Visit poster's website
Guest






PostPosted: Tue Jan 25, 2005 3:31 pm    Post subject: Reply with quote

De tunnelwind bracht Evert de welbekende stank van de ondergrondse haven met zich mee. Het was een mengeling van vele geuren; de belangrijkste waren rottende vis en zeewier, maar de geur van pek en hout was ook overduidelijk aanwezig, het geheel werd afgerond met een vleugje oud bier. Hij was op weg naar de Helleveeg, hij had met Tom afgesproken om hem daar te ontmoeten. Evert had een bezoek gebracht aan een van de tempels van de Ene; hij had natuurlijk geprobeerd om Tom mee te krijgen, maar deze had voet bij stuk gehouden om niet te gaan. Uiteindelijk hadden ze maar afgesproken in de Helleveeg.Hopelijk zouden Jan, Piet, Joris en Corneel er ook zijn. Het was al later op de dag en waarschijnlijk waren de vier zeebonken klaar met hun dagelijks werk.

Na even stil te hebben gestaan vervolgde Evert zijn weg over de kade. Het water klotste zacht tegen de stenen, schepen kraakten terwijl ze wrikten aan hun trossen, ergens in de verte schreeuwde een stuurman tegen een matroos over een scheur in het zeil. De rostgrond van de kade was glad geworden door de jaren van verkeer, Evert hield dan ook voldoende afstand van de waterkant. De smurrie van water, zeewier en rotte vis maakte de kade nog gladder, zoals Evert had moeten ondervinden tijdens een van zijn eerste bezoeken aan de ondergrondse haven. Tom had nog net zijn val in het met vinratten gevulde water kunnen voorkomen.

Het vertrouwde geroezemoes klonk al van een afstand toen Evert de Helleveeg naderde.

((OOC:Evert>>Aankele Haaie>>de Helleveeg.))
Back to top
Evert
Sporenzoeker


Joined: 24 Jan 2005
Posts: 8

PostPosted: Tue Jan 25, 2005 3:37 pm    Post subject: Reply with quote

((OOC:De laatste post is van mij...))
_________________
'Jij ziet wat ik niet zie?'
Back to top
View user's profile Send private message
Leona
Nachtdwaler


Joined: 10 Nov 2004
Posts: 109
Location: Perth, West-Australie

PostPosted: Mon Apr 11, 2005 9:32 pm    Post subject: Reply with quote

Talek leunt in gedachten verzonken over de reling van de Glasaal. In zijn handen houdt hij een klein houten voorwerpje waar hij af en toe met een mesje wat snippers en brokjes vanaf snijdt. Gestaag verschijnt de vorm zoals hij die gedroomd had, en zoals hij het hout oplegt die ook te dromen.

Zolang er lading aan boord is, zal het schip nooit verlaten zijn en in Aankele Haaie is het eigenlijk altijd Talek die achterblijft.

Niet dat hij het echt erg vindt. Ardea heeft hem wel eens gevraagd waarom hij toch in Aankele Haaie zo weinig zin heeft om van boord te gaan. Hij had iets luchtigs gemompeld over gevaren en extra veiligheid, waarop Ardea hem met licht toegeknepen ogen had gevraagd of hij haar, of ieder ander, daar dan niet mee vertrouwde.

Talek schudt zijn hoofd en glimlacht. Hij had zich er met een scherts vanaf gemaakt. Haar als een danser met woorden eerst gevraagt om een mening over een technisch probleem en toen geprezen om haar kunde. Zoals altijd bleek dat genoeg om haar tevreden te laten vertrekken, niet meer nadenkend over haar eerste vraag.

Maar hij wist dat ze er onderling over spraken. Uiteraard, dat zou hij ook doen als het niet ging om hem. Maar wat moest hij hen vertellen?

Dat Jeia hem meteen als Farrall herkend had was eerst een schok en toen een opluchting geweest. En toen Otto's belangstelling en gerichte vragen, maar zonder een spoor van angst of ontzag. Als zij er zo nuchter over deden... verkeek hij zich dan op zijn eigen mensen? Moest hij hen uitleggen wat hij zag en kon? Hoe bescheiden en simpel ook, zijn vreemde beheersing van vaste materie was toch op z'n minst ongebruikelijk te noemen.

En wellicht wisten ze het al. Aan boord heb je vaak weinig anders te doen dan letten op anderen. Je leert elkaar intiemer kennen dan wellicht een geliefde zou doen....

Een geliefde... Talek fronst z'n donkere wenkbrauwen en veegt een paar houtsnippers over de reling in het water. Wat zou een geliefde denken als ze wist hoe hij haar zag. Kon zien met meer dan zijn ogen. Dat hij door haar heen kon voelen tot haar diepste zelf. Voelen wat zij voelde, met haar huid.

Niemand houdt ervan zo scherp gezien te worden. Zelfs niet als ze begrijpen dat de ware ogen in het hart zitten en dat handen, ogen, of wat dan ook er niet toe doen.

Een beroering in het water, ver voor hem, rukt hem los uit zijn gepeins. Er is daar ver op het water iets gaande. Wat vinratten, ongetwijfeld, vechtend om een of ander hapje voedsel. Zijn verstand zou het graag aan de kant schuiven, maar het prikken van zijn nekharen staat dat niet toe. Er is iets gaande...

Ja natuurlijk is hier iets gaande! Hele schepen verdwijnen in deze vervloekte tunnels. Hij, die ooit een glimp opving van de woedende intelligentie die huist in de stenen, weet als geen ander hoe weinig toevallig dingen hier soms zijn. Zijn het wel vinratten, daar midden op het water of heeft iets vreemds en veel gevaarlijkers de veilige baai van het havengewelf bereikt?

Talek legt zijn houtsnijwerk neer, klapt zijn mes weer in, en loopt naar de kajuit van Segura. Daar moet haar lange kijker nog liggen, veilig opgeborgen in haar leren koker. Zodra zijn hand de deurklink raakt weet hij al wat hij zal ontdekken. Op slot. Geen kapitein verlaat haar schip zonder op z'n minst de kapiteinshut af te sluiten en er is maar een sleutel.

Talek aarzelt. Is dit een noodgeval? Wat bezielt hem eigenlijk om aandacht te willen besteden aan een stelletje, want dat zijn het vast, worstelende vinratten? Maar wat als het dat niet is? Nu is het aan het oppervlak, maar als het straks weer duikt zal hij er de hele nacht over blijven piekeren. Hij zucht, knijpt zijn ogen dicht en neemt het besluit waarvan hij eigenlijk al wist dat hij er niet aan kon ontkomen.

Het slot. Ijzer in hout. Gesmede plaatjes, plakjes, bouten. Een simpel tandwiel en een pal. Goed geolied, koud. Gebogen en glad. Vastgegrepen in het ijzeren randje in de deurpost. Rand, pal... pal... omhoog nu, draai simpel als de beweging van mijn eigen pols.

Talek's hand maakt een klein schokje als het slot plotseling gehoorzaamd aan zijn wil. Het kost hem wat moeite om zich weer los te maken uit het slot... te herinneren dat hij niet bestaat uit staal en olie... niet hij... schudt los en keer tot jezelf terug. Als een kokerworm in zijn huisje glijdt hij terug zijn eigen lichaam in.

De deur is open. Vlug kijkt hij om zich heen, en glipt dan naar binnen. In Segura's hut is alles donker, maar elk voorwerp heeft zijn eigen vaste plaats. Trefzeker sluit zijn hand zich om de leren koker en hij tilt de slappe leren band los van de haak aan de muur.

Met twee stappen is hij terug bij de reling. Met een vlugge beweging laat hij de verrekijker uit de koker glijden en zet hem aan zijn oog. Hij is nog niet te laat. Het water golft nog en net als hij het beeld scherp heeft gesteld ziet hij al een van de monsterlijke koppen boven water komen. Met een halve duik stort het dier zich op iets groots dat op het water drijft en zijn gewicht drukt het naar beneden. De rugvin van een tweede vinrat verschijnt boven water en nu wordt er van een andere richting aan het ding getrokken. Het schiet los, naar boven en even is een stukje ervan duidelijk in beeld te zien.

Talek's adem stokt... Een hand en een arm steken even wit af tegen het donkere water. En dat bleke uitsteeksel daar achter... als een klap vallen de stukjes herkenning op hun plaats... een gezicht. Zwarte gaten in weggezonken oogkassen, een neus en een mond, slierten nat haar. Dan geeft een van de dieren weer een ruk en het lichaam verdwijnt onder water. Ditmaal komt het niet meer boven.
Back to top
View user's profile Send private message Send e-mail Visit poster's website
Izeboud Pekel
Verloren en Vergeten


Joined: 05 Dec 2004
Posts: 26
Location: Aankele Haaie

PostPosted: Fri Jun 03, 2005 3:41 pm    Post subject: Reply with quote

Errek de havenwachter slentert over de kade. Zijn stappen zwaar en slepend en enigszins onvast. Grimmig houdt hij zijn kaken op elkaar geklemd en weidt zich volledig aan de belangrijke taak om niet voorover op de stenen te pletteren.

De schipper van 'De Behouden Vaart' was gelukkig een man geweest om mee te praten. Erik, heet-ie, juist, dawazzet... Alle brieven en papier had hij netjes in zijn handen gedrukt gekregen, samen met een glaasje ouwe jenever. Die had hij meteen achterover getikt, voor de schik... Die mannen van De Bierkaai had het hem toch maar knap benauwd gemaakt, daar zou hij rapport van opmaken... maar met schipper Erik kon hij praten! Wis en drie!

Na nog een paar jenevers had hij de papieren maar gelaten voor wat ze waren. D'r stond niks verdachts tussen... tenminste, niet wij hij ontdekken kon. Nou alleen nog even kijken of het klopte met wat er in het ruim lag.

Het trapje naar het ruim was een uitdaging geweest. Nog steeds kon hij niet wennen aan het constante deinen van een schip, maar ook daar had hij zich manmoedig doorheen geslagen.

Ja, het ruim lag helemaal vol.
Vaten bier, kruiken jenever... tweehonderd-en-dertig stuks! Hij had ze geteld... nou ja, zo goed als...
Balen specerijen, glanzende stoffen bestemd voor een of andere kleermaker bovengronds.
Een stapel zakken met koffiebonen, en een paar balen thee... Daar was hij even wakker van geworden.
Thee! Daar was iets mee, dat moest hij controleren, toch...? Maar die thee stond netjes in de vrachtbrieven.. "Vrouwe Fortuna bladen van de velden bij Krispanoer" had in de brieven gestaan. Nou, en dat lag hier toch? Prima in orde!

Het geknaag in zijn achterhoofd was snel verstomd toen de schipper hem een kruikje jenever in handen had gedrukt. Voor zijn moeite en, jongen, je ziet eruit of je het kan gebruiken.

Dus hij had netjes zijn stempel gezet, een flinke slok uit zijn kruikje genomen op de gezondheid van Erik en was zijns weegs gegaan.

Geen spoor meer van de havenwerkers op zijn weg naar de kade, alleen dat monster van een Grim. Krul-staartend en zelfingenomen leek de kater hem een tijdje te volgen, totdat hij achter een stapel ouwe balken was weggedoken en hem alleen had gelaten met zijn zware taak...het terugvinden van het kantoor van de Havenmeester.
Dat hij daarna ook nog eens de havenmeester zou moeten spreken om rapport uit te brengen, daar wou hij nog even niet aan denken.

((Errek naar >> Artoch's aankomst in Aankele Haaie))
_________________
~ We zullen zien ~
Back to top
View user's profile Send private message
ckeetel
Dromenvanger


Joined: 10 Feb 2002
Posts: 981
Location: Raganorck

PostPosted: Thu Jun 30, 2005 1:37 pm    Post subject: De voetstappen van de psychologe Reply with quote

((Falko en Emily uit-> De Tien Torens->Het Zeven Pelgrims-Plein en Handelstoegang tot de Aankele Haaie))

De eindeloze trappen van de Chirurgijn...het ritme speelde met je ogen, iedere trede leek op een volgende, verspringend in zich herhalende schuine lijnen, als planken tegen de wand van een handelsschip. Zijn voeten die talloze malen dezelfde beweging maakte, hetzelfde echoënde klossen van zijn schoenzolen, zijn vingertoppen die langs de ongelijke muren gleden, de groeven en de barsten voelend, ingesleten door tand des tijds, door de druk van de veranderende stad en door mensenhanden.

"Cyriaan Valorius was hier 2082 r.p."
"Cees ook"

"Pekel sterf!" (daaronder een eenvoudig tekeningetje van een galg en een hangend poppetje met een steek en een enterhaak)

Erotische teksten en tekeningen, vreemde exotische tekens, de vierkante kruizen van de Ene waarvan enkele doorgekrast waren...

Het maakte Falko misselijk, de dalende muur en het cadans van de geduldige voetstappen achter hem. De Botenbouwersgezel probeerde Emily voor te blijven door steeds een stuk sneller te gaan, hopende dat hij bij een volgende bocht uit haar zicht kon verdwjnen. Maar ze riep hem en hij draaide zich om, sloeg zijn ogen betrapt neer en wachtte op haar met krampen zijn buik.

Gaat het nog Falko?
Ze klonk zo vriendelijk... wat weerhield 'm om te antwoorden? Het ging talloze meters niet meer... de meters van de werf tot aan zijn huis, van zijn huis tot Emily's kantoor in de Tien Torens, van Emily's kantoor tot aan iedere nieuwe trede waar hij zijn voet op zette.

Hij knikte bevestigend, met gebogen hoofd, beseffend dat hij loog. Toen draaide hij zich weer om en daalde verder, zijn hart kloppend in zijn keel, zijn maag die begon om te draaien. En de mantra die in zijn hoofd zong...
Geef het op Emily, geef het op...geef het op...geef het op...geef het op...geef het op...geef het op...geef het op...geef het op...geef het op
Zijn benen trilden en de jongen verstapte zich...voor een moment lang zweefde er een aangename gedachte in zijn hoofd...
Laat je gaan, laat maar, geef je over en val...het doet er niet meer toe, dan is het tenminste voorbij...
Hij zag een visioen van zijn gebroken lichaam aan de voet van de Chirurgijn...aan het begin van zijn geliefde Aankele Haaie...
Maar zijn lichaam greep in, als een automaat graaiden zijn handen naar de groeven in de muren en Falko bleef overeind...

Zelfs bij zo'n kans om aan haar te ontkomen, was hij waardeloos gebleken...
De jongen was te uitgeput om zijn tranen in te houden die nu vrijelijk over zijn wangen gleden, maar hij wilde zich niet verraden en keek niet meer achterom naar Emily.
Een ijskoude wind gleed naar boven, een weeïge, vissige lucht met zich meedragend...een teken dat ze er bijna waren...iedere trede bracht de inhoud van zijn maag verder naar boven, zijn knieën knikten en de wereld was wazig achter zijn vochtige ogen...
Na de laatste tree brak hij...zijn benen gaven het op en Falko viel voorover, kokhalzend, struikelend kwam hij overieind en wankelde voorwaarts naar de waterkant. Schor uithalend:

Ga...weg...!...W..waarom ben je niet bang...! Waarom ben je niet moe !!

Toen liet hij zich op handen en voeten vallen, zijn maag kneep samen in spastische bewegingen en Falko gaf over, tranen, eten, maagzuur...alles stortte hij uit in het zwarte water van de haven onder hem...

Falko Wasselin, botenbouwersgezel
_________________


Uw Shoppe om de Hoeck
Back to top
View user's profile Send private message Send e-mail Visit poster's website MSN Messenger
Display posts from previous:   
Post new topic   Reply to topic    Raganorck Forum Index -> Aankele Haaie - De Ondergrondse Rivier All times are GMT
Goto page 1, 2, 3  Next
Page 1 of 3

 
Jump to:  
You cannot post new topics in this forum
You cannot reply to topics in this forum
You cannot edit your posts in this forum
You cannot delete your posts in this forum
You cannot vote in polls in this forum


Powered by phpBB © 2001, 2005 phpBB Group