|
Raganorck
|
View previous topic :: View next topic |
Author |
Message |
Izeboud Pekel Verloren en Vergeten
Joined: 05 Dec 2004 Posts: 26 Location: Aankele Haaie
|
Posted: Sun Dec 05, 2004 3:48 pm Post subject: Het kantoor van Izeboud Pekel; havenmeester |
|
|
"Een stuk zeildoek met... spullen... erin?" Herhaalt Izeboud Pekel, Havenmeester van Aankele Haaie.
Gneis schuifelt onrustig heen en weer, z'n vieze schipperspet in zijn handen en krabbelt wat op zijn hoofd. Zijn eigen woorden, uitgesproken door de kalme toonloze stem van de havenmeester, klinken hem opeens heel dom in de oren.
"J-ja heer Pekel. Ik k-kon niet goed dichterbij komen vanwege dazze ver weg stonden, ziet u. En toen die meneer mezze zegelring, die begon te schreeuwen over zijn brieven die weg waren, alles weg, meneer. En toen zei die vrouw van Prosper en eh... van Prosper die zei dus brieven worden niet verzekerd. En dat-ie nog even moest wachten."
Gneis draaide zijn pet rond tussen zijn vieze vingers en staarde wanhopig naar een noest op de ruwe houten vloer van Izeboud Pekel's werkvertrek. "Maar, heer" voegde hij eraan toe, nu met wat meer zelfvertrouwen in zijn stem. "Ik denk nie dat de Tormentil nog terugkomt. Dat zei Jouwert van de Ouwe ook. Spoorloos verdwenen, is ze. En toen gaf-ie die doek met spullen aan meneer Kraakwater, en die stopte'nem ergens weg in zijn boot. Eh, of zo."
Pekel liep rustig van zijn bureatje naar een kast, draaide de grote koperen sleutel om in het slot en opende de deurtjes.
"Of zo." Zei hij kalm met zijn rug naar de arme Gneis toe. Izeboud Pekel bleef altijd kalm. Dat was nou juist het enge. Even was er niets anders te horen dan het geklots en geroezemoes van de haven en het zware ritmische gesnor van Grim, Izeboud's monster van een kater die tevreden op zijn stoel lag toe te kijken. In het schamele licht van de ene olielamp die het vertrek rijk was gloeide zijn ene oog fel op.
"Eh, ja heer." Piepte de leerling-havenknecht. Pekel nam een donkerbruine fles van een plank en een glaasje. Het geklots was nauwelijks te onderscheiden van dat van de golven buiten. Daarna zette hij rustig de fles weer terug, nam het glas, sloot de kast weer en draaide zich. Met zijn groenige ogen nam hij de jonge havenknecht van top tot teen op. Inclusief de kat waren er nu drie stuks onderzoekende ogen op de jongen bij de deur gevestigd; alledrie even onpeilbaar.
Gneis was al veertien, maar leek veel jonger. Hij was klein en onopvallend en zijn kleren waren altijd te groot, alsof de jongen hoopte er ooit nog eens in te groeien. Wie weet, dacht Pekel, we zullen zien. Al jaren was Gneis een bijna ideaal luisterend oor voor Havenmeester Pekel. Bijna ideeal, want een groot licht was Gneis helaas niet.
"Het verdwijnen van de Tormentil is mij bekend" sprak de Havenmeester.
Vrijwel meteen nadat De Ouwe Waker was aangemeerd in de haven was Jouwert naar zijn kantoor gekomen om uitgebreid verslag te doen. Maar een bundel met spullen had hij niet gemeld. Kwalijk, heel kwalijk. Met name voor Jouwert. De goede man was soms zo slordig in zijn handelen. Hij zou straks eens even met Jouwert gaan praten dacht hij terwijl hij een slok nam en zijn ogen afdwaalden naar de lange enterhaak in de hoek naast de deur. Een mooi ding, vooral bedoeld om er indrukwekkend uit te zien. Toen hij net begon als havenmeester was het wapen onontbeerlijk geweest, maar nu hoorde het eenvoudigweg bij zijn verschijning en Pekel was er handig mee geworden. Het ding was gewoon handig, zo nu en dan.
"Wat precies haar vracht was, weet ik niet." Pekel keek weer van de enterhaak naar Gneis wiens voeten een zenuwachtig schuifelend geluid toevoegden aan het zo vertrouwde geklots waar Pekel aan gewend geraakt was. Pekel`s gedachten kauwden traag op het kleine hapje informatie dat Gneis hem was komen brengen. Een bundel met kleine spullen. Klein, maar toch de moeite waard, dingen die bleven drijven, dingen die Torgal zou willen zien. Was hij niet al weken aan het wachten op een boegbeeld voor zijn geliefde schip? Het zou hierheen gezonden worden, met welke vrachtvaarder was onbekend. Pekel sloeg de rest van zijn drankje in een keer achterover. Het brandde in zijn keel, maar het was een aangenaam vertrouwd gevoel en verwarmend bovendien.
"Haal Torgal hierheen en zeg hem die vrachtbrieven mee te nemen." Beval hij.
Gneis bewoog zich niet, maar staarde langs hem heen naar buiten, door het raam waarachter de wijde baai van Aankele Haaie te zien was.
"Ik bedoel nu!" Izeboud's stem had zowaar een lichte klemtoon.
Gneis maakte een beweging alsof hij door een slang gebeten werd. "Ja meneer Pekel, heer. Eh de torenlichten, m`neer. Er komt een schip binnen."
Izeboud Draaide zich om. In de verte zag hij de twee wachttorens van het fluistergat opvlammen.
"Kijk aan, kijk aan." Pekel liep naar zijn bureau en ging zitten. Hij draaide de stoel rond totdat hij achter een kijker zat. Zonder het ding bij te stellen drukte hij zijn linkeroog tegen de kijker. Het ding had hij ooit van 'dat jonge meiske van boven' gekregen, zoals hij de koningin van Raganorck placht te noemen. De kijker was in zijn ogen het enige nuttige dat hij ooit gemerkt had van de stad boven Aankele Haaie.
"Torgal Kraakwater?" Zei hij nogmaals tegen Gneis die voorzichtig dichterbij gekomen was om beter door het raam te kunnen zien.
"Meteen, m`neer!" Gneis sprong stram in overeind, zakte meteen weer terug in zijn gewone ineengekrompen houding en stormde toen Pekel`s kantoor uit. Zijn eeltige blote voeten kletsend op de havenkeien.
"Zo, zo, kapitein Grijs komt thuis." Zei Pekel tegen Grim. De kat geeuwde en sperde zijn muil zover open dat het leek alsof hij zijn kop in twee-en wou splijten. "Eens zien wat de Glasaal te melden heeft." Pekel maakte een aantekening in zijn logboek op de dag van vandaag 'Glasaal; terug'. Hij bladerde terug in zijn logboek om te zien wanneer en met welke lading de Glasaal vertrokken was, terwijl hij wachtte tot Gneis met Torgal Kraakwater terug zou komen. _________________ ~ We zullen zien ~ |
|
Back to top |
|
|
ckeetel Dromenvanger
Joined: 10 Feb 2002 Posts: 981 Location: Raganorck
|
Posted: Thu Dec 16, 2004 11:44 pm Post subject: Het kantoor van Izebout Pekel |
|
|
((Gneis en Thorgal uit de De lichten van de Tormentil))
Bij de Ene...die kleine jongen zet er goed de vaart in, alsof hij iets angstaanjagends op de hielen heeft zitten... wat Gneis voortjaagt is iets waar de botenbouwer alleen maar naar kan gissen. Torgal kan niet anders dan een rustige maar snelle pas inzetten, zijn grootte en breedte is een nadeel hier, tussen enkele passanten, een passerende hondekar en scheepslading in kisten. Behendig ontwijkt het jochie een dronkelap die de deur van de taverne de Helleveeg uitstommelt en in Torgals armen wankelt. Een intense jeneverlucht komt in de vorm van een ode de botenbouwer tegemoet. De roodaangelopen man bezingt een niet nader te benoemen jongedame, met niet nader te benoemen hemelse onderdelen en verrichtingen.
Voorzichtig laat Torgal het dronkenman tegen de muur van de Taverne leunen, om dan weer naarstig naar Gneis te zoeken, de jongen wacht verderop op de kade, springerig en vol ongeduld. Zodra Torgal hem genaderd is draaft hij de kasseien langs, om alleen dan pas halt te houden op de houten vlonder voor de deur van het kantoor van Izebout Pekel.
"Hier is`t m`neer"
Ogenblikkelijk lijkt de jongen te dralen, in gedachten verzonken over iets wat hij kennelijk ergens op het water van de haven ziet. Iets wat de botenbouwer met geen mogelijkheid kan waarnemen.
Bedankt Gneis
Hij verliest niet veel tijd, twee keer klopt hij kort op de deur van de oude ijzervreter, om dan naar binnen te gaan.
Je had me geroepen meester Pekel...wat is er aan de hand?
Torgal Kraakwater _________________
Uw Shoppe om de Hoeck |
|
Back to top |
|
|
Izeboud Pekel Verloren en Vergeten
Joined: 05 Dec 2004 Posts: 26 Location: Aankele Haaie
|
Posted: Mon Dec 20, 2004 11:31 pm Post subject: |
|
|
Pekel zat met geknepen ogen over een kaart gebogen. Naast hem lag het logboek open op de pagina die de dagtekening droeg dat de Tormentil uitgevaren was.
Pekel bleef nog even naar de kaart staren toen Torgal al binnen was in de hoop dat het stuk perkament een begin van een antwoord zou geven, maar natuurlijk onthulde het ding niets meer dan dat Pekel al wist.
"Je weet waar de drank staat... daarna ga je zitten en vertel je me eens wat je weet van de Tormentil." Zei Pekel stellig terwijl hij langzaam achterover ging zitten op zijn stoel. Het houten ding kraakte vervaarlijk, maar was nog nooit bezweken onder het steeds toenemende gewicht van de havenmeester.
Pekel observeerde Torgal van top tot teen met zijn vertrouwde kalme blik die mindere mannen dan Torgal de rillingen over de rug deed lopen.
Grim lag hardop te spinnen op een paar jute zakken. Ooit hadden ze er gelegen, bedoeld om opgeruimd te worden totdat de kat ze zich toege-eigend had en er zich een troon van gewrongen had. Het beest opende lui zijn ene oog toen de deur openging, maar weigerde meer moeite te doen dan dat.
In het weinige licht dat de olielamp verspreidde was het kantoortje nauwelijks in zijn geheel verlicht. Nieuwe lampolie was een schaars goed, maar als Pekel goed was ingelicht kwam er zojuist een vrachtje binnen. De Glasaal zou nu zo ongeveer aanmeren en Kapitein Grijs zou zich daarna gelijk met haar papieren bij de havenmeester vervoegen als ze wist wat goed voor haar was. Pekel was geen gemakkelijk man, maar hij was in een positie waarin hij zich dat ruimschoots veroorloven kon. _________________ ~ We zullen zien ~ |
|
Back to top |
|
|
ckeetel Dromenvanger
Joined: 10 Feb 2002 Posts: 981 Location: Raganorck
|
Posted: Wed Dec 22, 2004 1:33 pm Post subject: |
|
|
Zijn hart knijpt samen wanneer hij de kaart en het boek voor de Havenmeester op tafel ziet liggen. Hij kan vanaf hier niet lezen wat er op de bladzijden staat, maar de vraag en de scherpe blikken van de Havenmeester die ieder woord en gebaar toetsen, lijken een onheilspellende bevestiging... geen nieuws van de Tormentil... en een bijzonder slecht teken.
In zijn handen voelt het bundeltje papier van Jouwert klam en kil aan. Het besef dringt tot hem door dat dat nu het enige tastbare is van een schip dat niet is teruggekeerd.
Torgal opent het vochtige bundeltje en legt de grauwe papieren en houtsnippers op het schaars verlichte bureautje van Pekel, naast de kaart en het logboek.
Ik had er met mijn kop bij moeten zijn
In de rauwe, tastbare stilte klinkt het hartverscheurende snerpen van de scharnieren als de botenbouwer de kastdeur opent en zichzelf een Raganorcker inschenkt.
Wat hij enige tijd geleden heeft meegemaakt, maakt dat hij zich zo verdomde goed kan voorstellen hoe het moet voelen...voor hun...hun families, vrienden, geliefden... al die levens...
Hij staart naar het kleine glaasje waarin hij met een lichte beweging de vloeistof rond laat draaien.
Dan kruisen zijn blikken die van Izebout Pekel, de botenbouwer kan het niet altijd met de oude ijzervreter vinden, maar de Havenmeester is het collageen tussen de krakende planken van de Aankele Haaie, waar Torgal een groot respect voor heeft.
Schipper Vareda was twee weken geleden met haar bootsman Arnekin op de werf voor bak koffie en het bekijken van een dubbeling, het aanbrengen van een tweede buitenlaag op de Tormentil als bescherming tegen paalworm. Als voorzorgsmaatregel...ze wilde binnen niet onafzienbare tijd naar zee gaan. Met haar heb ik daar afgesproken dat ze voor mij een boegbeeld uit Kandawel zou halen. Ik heb van Arnekin begrepen dat ze een 20-koppige bemanning mee zou nemen, waaronder enkele huursoldaten, een scheepskok, en een chirurgijn. Haar maatregelen waren niet vreemd en zoals gewoonlijk heeft ze weinig losgelaten over haar vracht. Veiligheid heeft ze hoog in het vaandel staan.
De Tormentil zelf is een, op een klein fluitschip gelijkende, aangepaste brik, onder de vlag van Raganorck varend. Een tweemaster met een boegspriet en een vlakke bodem, snel en wendbaar in open wateren, trager op de ondergrondse rivier en vanwege haar hoogte en omvang beperkt tot de grotere gangen. Om het toch voor kapers onaantrekkelijk te maken heeft het schip een naar binnen gebogen boord, wat het enteren bemoeilijkt, beslagen luiken en schietgaten voor het geval de bemanning zich terug moet trekken.
We hebben afscheid genomen op de werf, Vareda en Arnekin, ik heb ze een behouden vaart gewenst en dat was het laatste wat ik van hen heb gezien...
Enkel wat papieren en versplinterd hout is teruggevonden...een eind stroomopwaarts heb ik begrepen van de kapitein van de Ouwe, vanaf de plek waar hij de boeglichten van de Tormentil zag verdwijnen.
Met een knik wijst Torgal naar het bundeltje op de tafel.
Ik hoopte nog op nieuws... is er al iets meer over het lot van de Tormentil bij jou bekend Meester Pekel?
Torgal Kraakwater _________________
Uw Shoppe om de Hoeck |
|
Back to top |
|
|
Izeboud Pekel Verloren en Vergeten
Joined: 05 Dec 2004 Posts: 26 Location: Aankele Haaie
|
Posted: Sun Dec 26, 2004 10:09 pm Post subject: |
|
|
Izeboud draaide het pitje van zijn olielamp wat hoger. Nu hij Grijs` der schip had zijn binnenvaren kon hij wat scheutiger zijn met de olievoorraad. Hij liet zijn ogen over het bundeltje papieren en snippers hout gaan. Het is dus waar dat er hout versplinterd is en papier te water geraakt, verder wil dat nog niet veel zeggen. De inkt is doorgelopen en veel kan hij niet meer opmaken van wat er ooit op het voorblad geschreven stond. Hij schuift het boek en de kaart opzij en pakt een van de stukken hout op.
Quote: | Ik had er met mijn kop bij moeten zijn
|
Hij kinkt alleen maar als antwoord en vanuit zijn keel klimt een korte instemmende grom naar boven. Hij houdt het stukje hout in de buurt van zijn lamp, maar kan er niets meer aan af zien dan dat het hout is. Een voor een pakt hij de houtjes op en legt ze in een stapeltje op de hoek van zijn bureau afgedaan verder als oninteressant.
Hij wacht even tot Torgal weer is gaan zitten. Dan pakt hij de natte papieren. Zo voorzichtig als mogelijk is met zijn haveknuisten vouwt hij ze open. Het voorblad is verre van leesbaar. Voorzichtig pelt hij het van de andere bladen af. Wellicht als het droog is dat er dan meer uit op te maken valt. Hij loopt naar zijn gietijzeren kachel waarin gloeiende kolen liggen en legt het papier op het gietijzeren bovenblad van zijn stoofje. Een voor een legt hij de bladeren er naast elkaar op. Hij gromt als hij de kranige hanepoten van Vareda op een van de andere bladen herkent.
`T is inderdaad Vareda`s handschrift. Kun je me wijzen waar de kapitein van de Ouwe zei dat hij de Tormentil voor het laatst zag? De Ene zij verdoemd als het piraten zijn geweest. Ik zal ze hangen in het fluistergat.
Pekel leunt zwaar op zijn bureau over de kaart heen gebogen.
Pas als die vrachtpapieren droog zijn, zal ik meer weten. Ik weet alleen dat Vareda een grote kooi aan boord heeft genomen hier in Aankele-Haaie. De scheepsjongen die dat kleine beetje informatie heeft laten uitlekken na een stevige zuippartij in de Helleveeg heeft ze gekielhaald. Het zal dan wel belangrijk geweest zijn, lijkt me zo. De stakker heeft het nog maar net overleefd. Achteraf een geluk bij een ongeluk voor die jongen. We hebben hem met de takel naar boven moeten laten gaan om zijn koorts uit te zweten bij moeders pappot. Van hem weten we tenminste zeker dat hij nog leeft. De rest...
Het is te vroeg om de Tormentil volledig op te geven, maar ze heeft wel alle schijn tegen zich om ooit nog in goede staat de haven te bereiken. Hij schudt zijn hoofd.
Dit alles wil nog niet zeggen dat Vareda niet meer terugkomt, Torgal. Voor nu is ze vermist. Ik zal ieder uitgaand schip verzoeken om naar de Tormentil uit te kijken, maar als we na vier weken nog niets gehoord heeft dan gaat ze onherroepelijk de boeken is als verloren. Er is weinig dat ik kan doen voor schepen zodra ze fluistergat verlaten en Vareda kende de risico`s beter dan geen ander.
Pekel had er een hekel om schepen te verliezen, zeker als ze voeren onder zijn vlag. In zijn jonge jaren had hij wel geprobeerd om expedities uit te rusten langs de stromen van de onderaardse rivier om de grotten te zuiveren van gespuis, maar het enige effect was dat de piraten zich een paar weken rustig hielden en ergens verborgen. Waarschijnlijk hadden die lui gewoon zitten zuipen in de Helleveeg. Sindsdien had hij er hard voor geknokt om de smokkelaars uit Aankele-Haaie te weren en had hij de vuurtorens laten herstellen aan weerszijden van het fluistergat. Iets waar hij terecht trots op was, maar toch stak het hem iedere keer weer als een schip niet meer thuis kwam, te meer omdat hij wist dat hij buiten de haven vrijwel machteloos stond. _________________ ~ We zullen zien ~ |
|
Back to top |
|
|
Leona Nachtdwaler
Joined: 10 Nov 2004 Posts: 109 Location: Perth, West-Australie
|
Posted: Fri Dec 31, 2004 2:12 pm Post subject: |
|
|
Na een korte roffel op de deur van het kantoor duwde Kaptein Grijs deze zelf open en stapte naar binnen, haar kistje met scheepspapieren onder de arm geklemd. Ze plaatste haar rechterhand op haar degen en maakte een ondiepe stramme buiging. "Een goede dag, Havenmeester Pekel! Kaptein Grijs van de Glasaal meldt zich." Ook al wist ze dat Izeboud Pekel bij hoog en laag beweert al die formele onzin... nou ja... onzin te vinden, kende ze de man goed genoeg om altijd weer dat vage goedkeurende lichtje in zijn ogen te ontdekken. Onzin is onzin. Respect is respect. En Pekel had iets... heersends... over zich dat haar altijd automatisch zo liet reageren.
Pekel zat aan zijn bureau, gebogen over een kaart en wat losse stukjes papier. De scherpe geur van Raganorcker walmde haar bij de deur al tegemoet. Vanuit een donker hoekje, onheilspellend als gloeiend lava onder een dunne laag vers gestold gesteente, glansde het ene oog van Grim de kat.
Schuin tegenover de havenmeester, zijn drankglas in de hand geklemd alsof het een stuk wrakhout was en hij een drenkeling, zat een kerel die haar vaag bekend voorkwam. Toen ze twee stappen dichterbij kwam herkende ze hem in het flakkerende lamplicht. Torgal Kraakwater, de scheepsbouwer. "Ook aan u een goede dag, heer Kraakwater." sprak ze. "En in goede gezondheid, zie ik..." Hij leek haar wat bleek, eigenlijk, maar de gok kon geen kwaad.
Plechtig zette ze haar kistje op een rand van het bureau, ervoor zorgend dat ze geen stukken papier verschoof. "Ik breng u mijn havenpapieren, heer Pekel. Maar ik zie dat u druk in gesprek bent..." Grijs aarzelde even en vroeg zich af of ze beter weg kon gaan, maar een goede kapitein liet nooit een stuk informatie liggen. Haar vertrouwde brutaliteit kreeg al weer de overhand en ze bleef staan. "Toch geen ernstige zaken, hoop ik? Ik heb al weken geen piraat meer geroken..."
Segura's blik gleed over de uitgespreide kaart met daarop het welbekende gangenstelsel rondom de vaste vaarroute. Het enige stuk van de onderaardse grotten en tunnels dat redelijk constant bleef, want erger nog dan de straatjes in de havenstad versprongen en verwisselden de tunnels steeds hun richting en hun doel. Het dol worden van haar scheepskompas, vlak voor de ingang van de tunnels buiten de berg, bracht haar nog altijd een beetje van slag. Zelfs na al die jaren.
Wat had Talek haar ooit ook weer gezegd? "...De berg is een slapend wezen. Het wil ons niet en zal ons uitbraken zodra het de kans krijgt..."
Ze schudde die dreigende woorden van zich af. Wat de berg betrof was Tal altijd een beetje vreemd. Verder een prima stuurman, maar zijn verhaal over denkende stenen dat hij ooit na flink wat pullen bier aan haar had toevertrouwd klonken haar in de oren als... nou ja... dronkemanspraat.
Grijs rechtte haar rug en keek de twee mannen ernstig aan. "Als er iets is dat ik kan doen? Berichten van buiten die u wellicht van nut zijn? U zegt het maar...." Afwachtend bleef ze staan. |
|
Back to top |
|
|
Torgal Kraakwater Sporenzoeker
Joined: 04 Jan 2005 Posts: 10 Location: Raganorck
|
Posted: Tue Jan 04, 2005 10:33 pm Post subject: |
|
|
Het stemt hem somber, het zien van de grauwe doorweekte papieren die Havenmeester Pekel zorgvuldig van elkaar aftrekt en met toewijding bij de kachel legt. Ernstig zijn de woorden van de oude ijzervreter wanneer deze zich opricht en Torgal weet dat de man gelijk heeft, er is nog niets zeker over de Tormentil, het schip is nog niet opgegeven. Toch liggen daar bij de kachel dingen die Vareda niet licht zou verliezen. Hij richt zich naar Izebout.
Ik weet niet waar de oude Jouwert precies de Tormentil uit het oog verloor, nabij de Zingende Zalen was het naar ik meen, maar ik weet niet welke zaal en in welke gang... en de rivier ken ik slechter dan de schippers...
Het verhaal over het verdwijnen van de Tormentil met haar bemanning en al, brengt hem slechts één beeld dat hem sinds de confrontatie met Medarion is bijgebleven. Het brandende wezen op de 'Arethe', dat de 'vrouwe' naar haar krakende einde joeg.
De botenbouwer zwijgt, lucht door zijn opeengeklemde tanden zuigend, wat de slok Raganorcker scherp doet branden achter in zijn keel.
Op dat moment klinkt een korte serie tikken op de deur, gevolgd door een wat zompige zoute lucht, typisch voor een haven als Aankele Haaie. En over de drempel stapt een vrouw met haar haar in een koperkleurige vlecht gebonden en een kistje onder de arm, die zich bekend maakt als de kapitein Segura Grijs van de 'Glasaal'.
Haar naam laat hem een belletje rinkelen, de 'Glasaal' waar Gnijs op wees, natuurlijk...het schip moest net binnengelopen zijn.
Hij groet haar met een hoofdknik. Nu meent hij haar ook te herkennen... de schipper die, volgens de verhalen van zijn gezellen, een verrot en bekaaid schip naar een haven heeft gevaren en in een dag en een uur weer opbouwde, de leerling-bouwers vertelden vol ontzag dat haar bloed nog op de planken stond...wat het schip een mysterieuze gladde huid gaf. De botenbouwer trok de twee laatste feiten in twijfel. Desondanks wekte het zijn nieuwsgierigheid.
Hij was van plan zich afzijdig te houden, kapitein Grijs had zaken te doen met de Havenmeester, maar haar laatste woorden brengen hem terug, ongeduld en zorgen nemen de overhand en hij buigt zich naar voren.
Schipper Grijs, Je komt net van buiten toch?... heb je misschien nieuws over De Tormentil? _________________ Torgal Kraakwater, botenbouwer |
|
Back to top |
|
|
Leona Nachtdwaler
Joined: 10 Nov 2004 Posts: 109 Location: Perth, West-Australie
|
Posted: Fri Jan 14, 2005 11:58 am Post subject: De Dorstige Monnik |
|
|
Segura's oog valt op een stoffig krukje in de hoek met drie poten van redelijk gelijke lengte. Na een korte vragende blik op Pekel trekt ze 'm naar de tafel en gaat zitten. Nieuwsgierig gljiden haar ogen over de kaart op tafel. Ernaast liggen wat vreemde brokjes hout. Sommige daarvan zijn aan een kant bedekt met een laag scheepsverf, wat haar vermoeden bevestigt dat het hier gaat om delen van een schip. Welk schip dat is kan ze wel raden.
Quote: | Schipper Grijs, Je komt net van buiten toch?... heb je misschien nieuws over De Tormentil? |
Grijs fronst haar wenkbrauwen. De warmte van het vertrek en de vermoeidheid van de lange reis maken haar loom. Vastberaden dwingt ze haar geheugen de woorden van Ferdinand de Wilde omhoog te halen.
"Ferdinand van de Zingende Zalen heeft de Tormentil nog voorbij zien komen.." antwoordt ze nadenkend "Ik geloof dat-ie zei een kleine week geleden. De Tormentil voer samen op met de Ouwe Waker. Samen zijn ze 'n tunnel in gevaren, maar een tijd later kwam De Ouwe alleen terug. De schipper van De Ouwe... Da's Jouwert, toch?... vroeg Ferdinand toen of hij de Tormenti terug had zien komen..."
Pijnzend staart Grijs in het stille vlammetje van de olielamp. Waarom weet ze niet, maar het verhaal alleen al zet haar nekharen overeind. Een glaasje Raganorcker lijkt haar nu opeens een heel goed idee. In haar oude gewoonte strijkt ze met haar hand over haar borst totdat haar vingers de vertrouwde contouren van haar amulet vinden; het dubbele kruis van de Ene.
"Ik heb Ferdinand helaas niet gevraagd WELKE tunnel die twee schepen in gevoeren zijn..." Vervolgt ze. Grijs buigt zich over de kaart en wijst de aftakking aan met een eeltige vinger. "Eens zien... Van de vijf tunnels die op de Zalen uitkomen zijn er maar vier voor schepen geschikt: Het Palingat, Het Fluistergat, De Dorstige Monnik en Het Rattenhol..." Grijs' vingers tikken de aftakkingen aan op de kaart. "De vijfde, De Spiraal, gaat nergens heen. Kronkelt rond en rond en vreet alles op wat erin vaart. Ferdinand heeft daar wat palingnetten hangen en weet er de weg, zegt-ie. Is hij bar trots op ook. Alleen hij weet waar-ie uitkomt. Geen schipper neemt die tunnel, maar heel soms komt er wel een schip UIT, verdwaald vanuit een andere gang die opeens versprongen is. Nee, lijkt me sterk dat Vareda uit zichzelf de Spiraal in gevaren is..."
"De andere vier... Het Rattenhol leidt direct naar de buitenhavens, en naar ik begrepen heb kwamen ze net van Kandawel af, dus daar zullen ze wel UIT gekomen zijn. Palinggat zou kunnen, maar is vrij smal voor een groot schip als de Tormentil..."
Ze denkt even na. Haar ogen volgen de tunnels op de kaart. Het Palingat vertakt zich vrij snel in twee ruimere tunnels. Een daarvan leidt tenslotte ook naar de Buitehavens, maar via een minder directe weg. Zijzelf koos die nog wel eens omdat veel piraten zo'n rustige route de moeite van het wachten niet waard vonden. De andere aftakking draait en kromt via vreemde bochten tenslotte naar Aankele Haaie toe... Meestal...
Grijs schudt haar hoofd. "Nee, 't Palingat is gewoon te smal. De Tormentil moet zwaar van lading zijn geweest en dan kom je d'r gewoon niet door... Hmm. Het Fluistergat kom ik zelf net uit. Niks bijzonders gezien daar..." Ze lacht even grimmig "..Bijna alle aftakkingen zaten nog gewoon waar ze twee maanden geleden ook zaten..."
Segura opent haar kistje en trekt daar een stuk papier uit, dat ze naast de kaart legt. Alle schippers die de tunnels bevaren leveren bij aankomst in de haven een schets in van de tunnels zoals zij ze het laatst hadden aangetroffen. Ook een idee van Pekel, en best een goeie ook. Bij vertrek kan iedere schipper in zijn kantoor de laatste stand van zaken inzien. Het komt zelden voor dat de grote vaarroutes zich echt dramatisch verleggen, maar de zijtunnels met bijbehorende zuigende stromingen kunnen nog best voor problemen zorgen. Segura bestudeert kort haar kaartschets.
"Het Fluistergat is opmerkelijk rustig geweest het afgelopen jaar. De zijgangen zijn te smal voor grote schepen... Als de Tormentil die gekozen had, dan had ze in Aankele Haaie eruit hebben moeten komen. Vareda moet dus wel de Dorstige Monnik genomen hebben..."
Segura schuift haar kaartschets opzij en richt haar aandacht weer op de grote kaart. Haar vinger blijft rusten op de brede gang van de Dorstige Monnik.
"Sjah... Die neem ik nooit. De Monnik is te dorstig voor mij. Die sterke stroming brengt je snel naar Aankele Haaie, maar zie er dan maar in de juiste zijgang weer uit te komen. Mijn Glasaal is daar net te klein voor. Ik heb het een keer geprobeerd, maar de zuiging is zo groot dat we alle kabels nodig hadden. Een groot zwaar schip als de Tormentil had dat wel gekund, en De Ouwe Waker kan het ook. Vreemd dat-ie daarna weer terug gekomen is naar de Zalen... Zou de stroming toen net gekeerd zijn? De Monnik is bar grillig, dat weet ik wel... Heeft Jouwert daar niets over gezegd?"
Ze kijkt de beide mannen nadenkend aan. Pekels borstelige wenkbrauwen hebben zich ineen gevlochten tot een knoop en Torgal's opeengeklemde kaken doen haar denken aan die van een Vinrat.
"De Monnik doet soms rare dingen, heb ik begrepen. Opent zijgangen naar de Ene weet waar... Hele oude gewelven, zeggen ze, waar je soms echo's van stemmen hoort... Sommigen zeggen van Isaiah zelf..."
Last edited by Leona on Fri Jan 14, 2005 2:53 pm; edited 1 time in total |
|
Back to top |
|
|
Izeboud Pekel Verloren en Vergeten
Joined: 05 Dec 2004 Posts: 26 Location: Aankele Haaie
|
Posted: Fri Jan 14, 2005 2:13 pm Post subject: De Dorstige Monnik |
|
|
"Zeggen ze." Onderbreekt Izeboud Pekel Segura's lange verhaal. Er ligt een laagje ijs over zijn stem. Het noemen van de naam Isaiah in zijn kantoor bevalt hem allerminst.
"Ze zeggen wel meer, Kaptein Grijs. Feiten wil ik horen, geen bakerpraatjes."
Hij ziet hoe Segura bij die woorden verstart en haar hand snel van zijn kaart terugtrekt. Goed gezien, meid. Zijn kaart, zijn zaken. Op iets mildere toon vervolgt hij "Maar wat je vertelt snijdt hout. De Monnik is wispelturig, altijd al geweest, maar dat-ie opeens ook schepen vreet... Dat is nieuw."
Pekel zwijgt en denkt na. Hoog tijd om Jouwert aan de tand te voelen. De Tormentil is verloren, daar is niks meer aan te doen, maar als de Monnik inderdaad zo onrustig is, dan moet hij, De Havenmeester, daarvan weten. Een schip verliezen is meer dan genoeg. Pekel staat op, grijpt een ruw stuk scheepskoord dat langs de muur hangt en geeft er een paar rukken aan. Buiten het kantoor geeft een kleine bel wat heldere slagen. De klank galmt over het water. Izeboud knikt en gaat weer zitten. Met een korte beweging schuift hij Grijs een smoezelig glas toe. "Pak 'n borrel, meid." bromt hij niet onvriendelijk. "Je ziet eruit als 'n dweil."
De beledigde blik in de ogen van Kapitein Grijs zou hem ooit in zijn jonge jaren geamuseerd hebben. Nu registreert hij het alleen maar. Licht ontvlambaar, die meid. Goed om te onthouden. Zulke mensen zijn nuttig... Mits ze ontvlammen waar jij dat wil...
Een bedeesde klop op de deur doet hem niet eens opkijken. "Kom binnen, Gneis."
Met zijn eeuwige vieze pet in de handen schuifelt de jongen over de drempel.
"Gneis, ga jij-es naar de Helleveeg en vis Jouwert op."
De jongen werpt hem een blik toe van onversneden paniek.
"En als-ie te dronken is om te lopen, vraag dan of Hella's jongens 'm komen brengen."
Gneis bijt op zijn onderlip "Ja, heer." In zijn waterblauwe ogen is een geamuseerd lichtje opgevlamd. Koert en Bruunt zijn aardige kerels, zeker voor een havenrat als Gneis. Met hen achter zich durft de jongen opeens een heel stuk meer... Na een korte knik van de havenmeester draait Gneis zich om en stormt weg, de deur netjes achter zich sluitend.
Pekel trekt een la van zijn bureau open en vist er een platte kist uit. Hout, beslagen met ijzer. Hij klapt het deksel open en haalt een grote stapel papieren tevoorschijn. Als vanzelf vinden zijn vingers wat hij zoekt en met een achteloos gebaar werpt hij Torgal een gelig stuk papier toe.
"De Dorstige Monnik. Laatste kaart die gemaakt is... kort nadat jouw Arethe naar de haaien ging..." Pekel slaat zijn ogen neer in respect voor het vergane schip en slaat dan zijn borrel in een klap achterover. "Ze was een fraai schip, Torgal, dat zeg ik je." Met een geoefende beweging schenkt hij zijn glas weer vol en richt dan zijn priemende blik weer op Torgal. "De Arethe is ook in de muil van de Monnik verdwenen, brandend en al meegevoerd op de zuigende stroming... De haven lichtte op alsof er een zon scheen.". Pekel zwijgt en bladert wat verder tussen zijn papieren. Hij haalt een ander blad tevoorschijn en bestudeert het. "Kort daarna is de stroomrichting in de Monnik omgedraaid... Voor het eerst in twaalf jaar... Alsof de tunnel zich verslikt had... Torgal, WAT had de Arethe aan boord dat de tunnels zo heeft kunnen verstoren?"
...En wat het ook was, waar is het nu? Voegt hij er in gedachten aan toe. En als de stroming inderdaad gedraaid is, zoals Segura vermoedt, wat komt daar dan op mee terug?...
Wachtend op Torgals antwoord leunt Izeboud achterover, zijn ogen half dicht geknepen. Zijn gedachten malen als woedende molenstenen, maar zijn gezicht blijft onbewogen. Alweer De Monnik! Vroeger beschouwd als een ideale vaarroute naar de haven vanwege de snelle stroming, maar sinds het gebeuren met de Arethe... De constante onrust van de tunnel baart hem zorgen, zo veel te dicht bij ZIJN haven. Vanuit het raam van zijn kantoor is de monding naar de tunnel met het blote oog nog te zien. Een gapende zwarte muil die tegenwoordig dorstiger lijkt dan ooit. _________________ ~ We zullen zien ~ |
|
Back to top |
|
|
Grim Sporenzoeker
Joined: 05 Dec 2004 Posts: 9
|
Posted: Tue Jan 18, 2005 5:55 pm Post subject: |
|
|
Op zijn troon van zakken opent Grim zijn muil en geeuwt. Loom knippert hij eens met zijn oog en rekt zich uit, zijn rug gekromd in een boog. De juten zak maakt hulpeloze krakende geluiden onder Grim's uitgeslagen klauwen.
Fris als een hoentje, springt de reusachtige kater op de grond met een geluidloze dreun. Op zachte kattenvoeten wandelt hij naar de deur. Gestreepte staart in de lucht. Naast de deur steekt een soort van halve bierton uit de muur, een flap jute ervoor. Grim duwt 'm opzij met zijn kop en kruipt zijn eigen kattentunnel in. Door de flap aan de andere kant van de ton stapt hij de kade op. Zijn oren gespitst en zijn gele oog glanzend in het licht van de lantaarn boven Pekel's kantoor.
Met zelfverzekerde tred schrijdt Grim in de richting van de huizen verderop.
((Grim de Kat naar >> Taveerne De Helleveeg)) _________________ ~~ Opzij, gij nietswaardig schepsel, ik confisceer uw vis ~~ |
|
Back to top |
|
|
Torgal Kraakwater Sporenzoeker
Joined: 04 Jan 2005 Posts: 10 Location: Raganorck
|
Posted: Wed Jan 19, 2005 12:18 pm Post subject: |
|
|
De vraag van de Havenmeester doet Torgal onwillekeurig rillen. Ongewoon zwaar lijkt het krakende papier in zijn handen als hij het openvouwt, het zijn de beelden van het vergaan van de Arethe die de kaart van de Dorstige Monnik het gewicht meegeven wat hij denkt vast te houden.
Wat vervoerde de Arethe mee op haar laatste tocht...
Vuur was het...en dood...
Het maalt in het hoofd van de botenbouwer, hij droomt er nog steeds van, wordt benauwd wakker, met Arethes handen die over zijn bezwete voorhoofd strelen. Hem geruststellende woorden toefluisterend, de koude uit zijn hart jagend met haar tedere lippen, het beeld weghalend van dat stinkende, asgrauwe openliggende gezicht met die bleke, lillende ogen in donkere gaten.
De kaart valt uit zijn trillende handen op zijn knieën en Torgal leunt voorover, de ellebogen steunend op zijn bovenbenen, het glaasje Raganorckse neerzettend, zijn slapen met de vingertoppen masserend om zichzelf te dwingen hem hier te houden, de realiteit van het kantoor, Grim die door de juten flappen glipt, Pekel en Grijs.
Nog nooit heb ik zoiets gezien, zo'n verschrikking als datgene wat me door de stad heen achtervolgde, die mijn gezellen de stuipen op het lijf joeg en mijn werkplaats kort en klein sloeg... nog nooit....
Waar haalde hij...hoe in Enesnaam...Wat haat het leven zo, om zo'n abominatie op te roepen....
Dit is wat de botenbouwer Izebout Pekel nog niet verteld heeft... wat er zich bovengronds afspeelde, nog ver voor de Arethe haar einde tegemoet ging...
Het was na de Slag om de Smidse, nadat we teruggekomen waren... Valiant mijn oudere broer en Waard van de Taverne was tijdens de strijd zwaargewond geraakt, getroffen door de magie van onze jongste broer, de Zwartmagister Medarion...
Kobutsch, een vriend en dienstdoend soldaat kwam de Gelagzaal in en meldde dat Medarion de Tien Torens bezocht had, de School der Magisters waarschijnlijk... en dat er componenten ontvreemd waren.
Kort daarna verscheen Medarion voor de Taverne, met mijn zoon Ravon in zijn handen... en daagde ons uit hem te komen halen. Na die woorden verdween onze jongste broer met Ravon in een paarse flits... en op zijn plaats, uit het niets, stonden drie ...onwezens... groter dan de langste man die ik ooit gezien heb.
Ik kan niet begrijpen dat een levende macht, zelfs Medarion toen, in staat is om zoiets... vervloekts...te scheppen, ik kan het gewoon niet bevatten... het had iets te maken met een mysterieuze kracht die hij diende...die hij aansprak met Zij en Haar...alsof het om een vrouw ging. Ik was zo bang dat hij Ravon...hetzelfde...
De botenbouwer zwijgt even, de kiezen op elkaar zettend.
Eén van die vervloekingen had ik in mijn kielzog, het bewoog en liep, maar geen hart pompte het zwarte, rotte bloed in de aderen rond, geen lucht vulde die doorstoken longen, het droeg zoveel fatale wonden dat het vele malen had moeten sterven... maar nog stond het overeind...botten, spieren en huid... er was talloze malen in gehakt en gesneden, maar alles hing aan elkaar en het bewoog. De ogen...
Torgal sluit zijn ogen, terwijl de vingertoppen dieper in zijn huid graven... het is omdat hij het al eens heeft beschreven, dat hij de draad weer kan oppakken.
Het achtervolgde me het hele Gannon door, het Tien Toren district in, het was traag, maar vasthoudend als een dolle vinrat, het onwezen joeg mijn gezel op en vernielde mijn werkplaats boven, mijn plan was klaar...nimmer zou zoiets meer tussen de mensen lopen. Mijn doel leidde me naar beneden, naar de Arethe, ik besmeurde haar dek met pek en vlas, het onwezen kon ik horen komen, de loopplank over... en in een kat-en muisspel wist ik de boot verder het water van de Aankele Haaie op te krijgen...er stond een sterke stroming, enkel een lang touw verbond de Arethe met de kade, het wezen joeg me de boot rond, kajuit en masten afbrekend, voor het bij mij was stak ik het dek in brand, pek en vlas...hout...het brandt...goed....
Verdriet trekt voren in zijn gelaat, de boot die hij voor zijn geliefde Arethe heeft gemaakt, de tochten die ze er samen mee gemaakt hebben, ze hebben elkaar daar liefgehad... Negen maanden later kwam Ravon ter wereld....
Nu hangt enkel nog de schaduw van het brandende, krakende schip over die herinneringen.
Ze brandde...ik bleef aan boord, zodat het wezen er zou blijven, totdat de vlammen het grepen en de hitte mijn kleding en mijn haar begonnen te schroeien. Mijn hart kneep in mijn borst...de angst hield me bijna vastgenageld, toen ik dat dode en toch levende vlees vlam zag vatten en wankelen...
De levenslijn met de Arethe hiew ik door en ik sprong, het water en de sterke stroming koelde mij en verdoofde mijn zintuigen. Toen ik mijn hoofd boven water bracht hoorde ik de Arethe kraken terwijl ze eerst langzaam en daarna steeds sneller meegesleurd werd, naar de duistere muil van de Dorstige Monnik als een gigantische toorts...
Ik kan bijna zweren dat toen de Arethe de duisternis ingleed en haar vuur de wanden verlichtte, gehuil uit die muil kwam, bloedstollend onmenselijk gehuil en kreten... die wegstierven met het licht van de Arethe...
Weinig meer kan ik me herinneren...ik trok me naar de kade aan de kabel, mijn levenslijn....
Zijn vingertoppen laten zijn slapen los, de botenbouwer slaat het restje Raganorcker achterover, neemt de kaart van zijn schoot, terwijl zijn ogen aanknopingsspunten proberen te vinden.
De Dorstige Monnik...vreemde verhalen gaan erover, mijn leermeester placht me wel eens het verhaal te vertellen van een vlet die uit de muil spoelde en die de leerlingen voor het dok uit het water haalden toen mijn meester nog gezel was, omdat het anders een gevaar zou vormen voor het scheepsverkeer. Het was onbemand en gebouwd op een manier die ongebruikelijk was in die tijd...maar wel gebruikelijk lang geleden... schoeisel stond erin, twee paar, perkament, nog wat ingepakte spullen en een kooi waar eens een dier in had moeten zitten... Hij en zijn kompanen kregen de kans niet alles nader te bestuderen, zodra de vlet op het dok was getrokken, begon het af te brokkelen en verviel ze volledig tot een zompige, slibachtige substantie...stof...
Wellicht een sprookje, om een gezel mee in de mailing te nemen.....
Hoe zeker is hij daar nu van...de Arethe toen...de Tormentil nu, zaken die zijn verstand te boven gaan...en als zijn vingers langs de lijnen glijden, groeit het onzekerheid. Waren die uitstekende rotsen er... die flauwe bocht...die onbekende passage, een zijtunnel aangegeven met een stippelijn met de breedte van een schip? Zijn vingers glijden verder, maar zijn verstand staat vast, muurvast in de gebeurtenissen uit het verleden, zijn afschuw en die immense angst...
Voor zijn ogen stijgt een scharlakenrood gordijn van machteloosheid en in de samengeknepen, beteerde vuisten begint de kaart de trillen.
Wanhoop en woede tekenen zijn gezicht als hij zich richt op kapitein Grijs en havenmeester Pekel, hen schor tussen opeengeklemde kaken toebijtend.
Ik weet verdomme niet wat het was en of het kapot is....Alles wat ik wil is dat het me eindelijk... -verdoemd zij de Ene- eindelijk met rust laat! _________________ Torgal Kraakwater, botenbouwer |
|
Back to top |
|
|
Izeboud Pekel Verloren en Vergeten
Joined: 05 Dec 2004 Posts: 26 Location: Aankele Haaie
|
Posted: Fri Jan 28, 2005 12:29 pm Post subject: De Dorstige Monnik |
|
|
Izeboud Pekel heeft Torgals verhaal met stijgende verbazing aangehoord. Zijn ogen verraden geen emotie maar zijn borstelige wenkbrauwen zijn zowaar een stukje omhoog gekropen. Nog sterker verbaast hem zijn eigen reactie. Wat er door de Havenmeester heen gaat is iets dat bijna lijkt op angst. Zijn tweede glaasje Raganorcker lijkt te verdampen uit zijn bloed en zijn hoofd is ijzig nuchter.
Dus het monster was echt… Interessant. In een wereld waar het enige zonlicht uit een fles komt hoorde je wel vaker vreemde verhalen. Pekel had de geruchten over een gruwelijk wezen stinkend naar dood afgedaan als ook zo’n uitvloeisel van teveel slecht bier in illegale kroegen. Blijkbaar had hij zich vergist. Blijkbaar had Torgal ternauwernood weten te voorkomen dat het wezen ZIJN haven ging slopen… Hoewel… zonder Torgal was het wezen hier ook niet gekomen. Pekel schudt die laatste gedachte van zich af.
“We kunnen niet kiezen in wiens huis we geboren worden.” Mompelt hij bedachtzaam. ”De creaties van jouw broer Medarion kunnen jou niet aangerekend worden. Wat je gedaan hebt was een groot offer en getuigt van moed en kracht.”
Torgals ogen staren nog steeds in het niets, vervuld van een wezenloosheid en afschuw. Ruw schudt de havenmeester hem aan zijn mouw en schenkt hem een nieuwe borrel in. “Je staat er niet alleen voor, Torgal. Zulke wezens tolereer ik niet. Niet in Aankele Haaie. Of het creatuur dat met jouw schip verging iets te maken heeft met de Tormentil moet nog blijken, maar wat het ook is, mijn haven komt-ie niet in”
Pekel grijpt een kaart van het Aankele Haaie gewelf. Systematisch werken zijn gedachten een lijstje af. De bewaking van alle tunnels die uitkomen op het havengewelf dient te worden aangescherpt en kettingen in de vaargeulen permanent opgehaald. Niets doorlaten dat zich niet kan identificeren. Het wezen dat Torgal belaagde is verdwenen in de stroom… Maar verdwijnen is niet hetzelfde als vernietigd, en nu de stroming in De Monnik is omgekeerd… Wie weet wat er op die wateren mee komt drijven?
Het lijkt erop vuur de beste verdediging is tegen zulke wezens. Pekel klemt zijn kaken grimmig op elkaar en zijn ogen boren zich smeulend in het tafelblad. Tegen de meeste wezens wel, eigenlijk. Leven of dood, het maakt niet uit. Branden doen ze allemaal. De bewakingstorens naast de tunnels moeten in elk geval uitgerust te worden met een groot vat olie. Hij neemt een besluit.
”Kapitein Grijs, u vervoert olie, is het niet? U begrijpt dat het onder de huidige omstandigheden noodzakelijk is dat de helft daarvan zal worden ingezet voor de verdediging van de haven. Voor de geleden handelsverliezen zult u uiteraard ruim gecompenseerd worden. “
Zijn kille blik boort zich in de hare. Dat zal ze wel niet leuk vinden. Jammer, meid. Wie in mijn haven aandoet voegt zich naar mijn wetten. En binnen die wetten staat de veiligheid van Aankele Haaie bovenaan.
Pekel wendt zijn aandacht weer naar de kaarten voor hem. Bestudeert de uitgangen, de stromingen. De zwakke plekken. Hij gromt. Soms voelde hij zich hier als een schelpdier in een kookpan. Zich veilig wanend binnen de muren van Aankele Haaie terwijl om je heen de wereldlangzaam begint te borrelen. Een schelpdier blijft zitten wachten tot de hitte zijn weke lijf bereikt… Niet hij, zowaar zijn naam Izeboud Pekel is.
”De Dorstig Monnik komt direct uit in de Zingende Zalen. De scheepvaart daar mag niet in gevaar komen. Morgenochtend stuur ik mijn mannen naar de Zalen om de uitgang met kettingen af te sluiten.” Hij knikt nadenkend. De zware kettingen die nu al over de bodem van alle de vaargeulen naar de haven lopen, van de ene verdedigingstoren naar de andere, zijn als ze omhoog gehaald worden een verwoestend obstakel voor zelfs het grootste schip. Als ook de uitgang van de Monnik naar de Zalen van zulke kettingen wordt voorzien is het enige dat nog binnen kan komen hele kleine stukjes wrakhout.
”De Glasaal is het enige schip dat op dit moment onmiddellijk vaarklaar kan worden gemaakt. Kapitein Grijs, kan ik rekenen op uw hulp?” _________________ ~ We zullen zien ~ |
|
Back to top |
|
|
Leona Nachtdwaler
Joined: 10 Nov 2004 Posts: 109 Location: Perth, West-Australie
|
Posted: Sat Jan 29, 2005 12:35 pm Post subject: De Dorstige Monnik |
|
|
Kapitein Segura Grijs kookt van woede. Die Pekel heeft zojuist de helft van haar lading geconfisceerd. De helft! En dat kan hij zomaar… Ja, dat kan hij. Een korte blik in zijn ijzige ogen doet haar beseffen dat hij ook haar hele lading had kunnen nemen. Ze dwingt haar kaken in een stalen glimlach en knikt hem stijf toe.
Ruim gecompenseerd… Ja, ja. Maar niet in klinkende munt, dat ziet ze wel aankomen. Dankbaarheid van het volk. De Eer om de stad te redden. Zo-iets zou zijn volgende zin kunnen zijn. Maar de lege woorden van de adel zijn niet Pekels stijl. Wel de neiging om gewoon te nemen wat hij wil zonder een woord van dank.
Om te voorkomen dat de twee mannen de vlammende blik in haar ogen zien staart ze quasi-nadenkend het vertrek rond. Alweer valt haar blik op het wapenschild aan de muur. Een zwarte enterhaak op een grijsblauw veld. Ook Pekel zwijgt en schijnt te broeden op nieuwe plannen. Het zou haar niks verbazen als hij straks ook nog haar schip confisceert. De slok Raganorcker brandt in haar keel als ze ‘m doorslikt.
Quote: | ”De Glasaal is het enige schip dat op dit moment onmiddellijk vaarklaar kan worden gemaakt. Kapitein Grijs, kan ik rekenen op uw hulp?” |
En jawel hoor...
Maar op de een of andere manier doet deze oproep toch veel minder af aan haar waardigheid. Ze is kapitein. Er wordt om haar hulp gevraagd. Grijs recht haar rug en voelt zichzelf weer kalm worden.
”Havenmeester Pekel, met plezier zal ik uw mannen naar de Zingende Zalen begeleiden. Als u denkt dat het nuttig is zal ik dan ook Ferdinand de Wilde om een meer gedetaillerde omschrijving vragen. Maar...” er komt een zakelijke, berekenende klank in haar stem ”Mijn schip is helaas niet zo klaar voor de vaart als u hoopt, heer Pekel.”
Ze werpt een schuine blik op Torgal, die helaas nog steeds niet helemaal op deze wereld lijkt te verkeren.
”Een belangrijke reden waarom ik gekozen heb om in Aankele Haaie aan te meren is het grote vertrouwen dat ik heb in haar scheepsbouwer, Torgal Kraakwater. Zoals u beiden weet is De Glasaal een oud schip dat regelmatig onderhoud behoef. Met name enige dunne plekken in de huid dienen opnieuw geteerd te worden voordat ik haar opnieuw op weg durf te sturen… Met veel meer zielen aan boord dan dat mijn arme schip gewend is… En zware kettingen bovendien… U wilt toch wel dat zij veilig aankomen, neem ik aan.”
Grijs laat een korte stilte vallen en slaat met een teug haar Raganorcker achterover.
“Nu ik de helft van mijn handelswaar aan u ter beschikking stel, verlies ik het geld waarmee ik deze noodzakelijke reparaties had willen bekostigen. Mag ik daarom uw aanbod voor compensatie aannemen in de vorm van een volledig onderhoud van mijn schip?”
Met een bescheiden tikje zet ze haar glas op tafel en kijkt de mannen opgeruimd aan. “…als u het daar beiden mee eens bent, heer Pekel, Torgal?” |
|
Back to top |
|
|
Torgal Kraakwater Sporenzoeker
Joined: 04 Jan 2005 Posts: 10 Location: Raganorck
|
Posted: Sun Feb 06, 2005 1:34 am Post subject: |
|
|
In zijn handen draait het nieuwe glaasje Raganorcker rond, zijn gedachten ver weg, bij de duistere muil van de Dorstige Monnik en de echo's uit het recente verleden. Dan ontspringt er een montere, klare, te behapstukken vraag voor hem, die de botenbouwer de realiteit van Izebouts' kantoor intilt.
Een te behapstukken vraag van de kapitein van de Glasaal. Ze vraagt om onderhoud van het schip, een volledig onderhoud, die materiaal en manuren gaat kosten, zorg en vakmanschap. En in zijn gedachten vervaagt het beeld van het rottende, kreunende hoofd boven de vlammen en ziet hij het schip voor zich met de zwarte zeilen.
Torgals gebaren zijn eerder dan zijn woorden, want de stilte vanuit Izeboud Pekel spreekt boekdelen. Het is nu een zaak tussen kapitein Grijs en hemzelf. Een keuze tussen een oplossing en een nachtmerrie.
Zijn handen openen zich in een kapitulerend gebaar naar de schipper van de Glasaal.
De afgelopen gebeurtenissen met de brandende verschrikking hebben al een zware tol van zijn werf geëist.
Eén van zijn gezellen zit op verlof thuis, geestelijk gebroken door het beeld van die wandelende, dode waanzin, onder behandeling van de psychiaters van de Toren der Waanzin, betaald door Torgal....Ze zijn als kinderen voor hem. Hij legt eer in zijn werk, maar een besmeurde naam is als een knijpende hand om de strot van een eerzame werf...verhalen gaan hier een eigen leven leiden.
Hij heeft met Arethe overlegd, samen aan tafel, hun handen ineengeslagen... er is nog een kleine reserve... Maar wellicht zal hij van de bank moeten lenen. In het ergste geval...de werf verkopen wanneer de schulden op blijven stapelen, maar zover is het nog niet.
Het zij zo... de lichten van de werf moeten branden, je krijgt een volledig onderhoud van de Glasaal...maar een optie op vijftien vaten zou ik willen, via jou, geen tussenhandelaar, bulkkoop, twee het stuk...kun je het daarin vinden Segura? _________________ Torgal Kraakwater, botenbouwer |
|
Back to top |
|
|
Izeboud Pekel Verloren en Vergeten
Joined: 05 Dec 2004 Posts: 26 Location: Aankele Haaie
|
Posted: Wed Feb 23, 2005 7:22 pm Post subject: |
|
|
Pekel hoort beiden lieden onderhandelen. Hij leunt achterover en werpt een blik op de grote scheepskist waarvan hij weet dat die onder de planken en Grim`s Juten troon verborgen is. De haven heeft geld. Ieder schip betaald havengelden. Niet altijd in goudstukken, meestal in natura. Pekel trekt een diepe denkrimpel op zijn voorhoofd als hij in zijn hoofd een optelsom maakt. Tenslotte komt hij tot de conclusie dat hij het zich krap veroorloven kan om zowel de scheepsbouwer als de schipper tegemoet te komen.
"Zo doen we het."
Zegt hij met een toon die geen tegenspraak duldt. Zijn vuist komt hard op tafel neer en hij leunt vanuit zijn stoel over het bureau heen naar voren.
"Kaptein Grijs, ik wil dat de Glasaal over twee dagen vaart. Dat geeft jouw bemanning tijd genoeg om hun roes uit te slapen en je ruim leeg te halen. Een volledig onderhoud duurt te lang. Klein onderhoud kun je krijgen, reparatie van het zeildoek, een teerlaag, zelfs een ophoging van de dolboorden moet lukken als de werf het kan bolwerken. Kan de werf dat, Torgal? Zoniet zorg dan dat Gneis zichzelf eens nuttig maakt. Dat joch kan vast wel met een teerkwast overweg."
Hij kijkt de botenbouwer verwachtingsvol aan. Hij weet dat het vrij veel gevraagd is en dat de werf kampt met een personeels tekort, maar moeilijke tijden vragen om drastische maatregelen. Arethe zal het hem niet in dank afnemen, maar hij weet ook dat Torgal zich bloed, zweet en tranen werken zal om de Glasaal op tijd vaarklaar te krijgen als hij de order eenmaal aanvaard heeft.
En nu Grijs. Haar slimme onderhandelingspoging waardeert hij, maar zij als handelaar moet meer dan een ander weten dat niets voor niets komt.
"Als de Glasaal terugkomt krijg `ie op kosten van de Haven een grote onderhoudsbeurt. Proviand kun je vorderen van "Jaap`s Grap" en de "Fluisteraar" Bert en Grevel zullen je geven wat je nodig hebt en anders stuur je ze maar bij de ouwe Pekel langs."
Hij zou anders Gneis achter die twee aan moeten sturen. Ze waren al een week geleden binnen gelopen, maar hadden tot nu toe nog niets van zich laten horen.
”Maarrrr... Kaptein Grijs, het onderhoud aan de glasaal gaat tijd kosten. Tijd die ik niet heb. Daarom wil ik dat je uitvaart door de Dorstige Monnik.” Pekels ogen als brandend ijs van onder zijn zware wenkbrauwen leggen elk protest het zwijgen op. ”Als jouw vermoeden dat de stroming gekeerd is klopt, dan moet deze voor jouw schip geen problemen meer opleveren. Je komt immers direct uit in de Zingende Zalen en hoeft niet te proberen eruit te komen…En een stuk sneller dan wanneer je het Fluistergat zou nemen.”
Pekel peilt haar gezicht op tekenen van angst, maar de jonge vrouw heeft zichzelf nu volledig onder controle en vertrekt geen spier. Mooi zo. Er is een reden dat ze al jaren kapitein is van haar eigen schip. Vanaf Aankele Haaie is niet direct te merken welke kant De Monnik nu op stroomt, en als deze niet gekeerd is… Nou ja, dat ziet hij dan wel. Voor die tijd moet Gneis toch wel teruggekeerd zijn met Jouwert. Hopelijk is die ouwe zuipschuit nog enigszins tot spreken in staat en anders kan een plens water zijn genezende werk doen.
”Onderweg wil ik dat je uitkijkt naar sporen van de Tormentil. Wrakhout, stukken lading, gestrande scheepslui als de Ene het wil.”
Pekel haalt de havenpapieren van de Tormentil van de stoof en leest ze nogmaals langzaam door. De vellen zijn inmiddels helemaal droog en zijn door hun tijd in het water een half doorschijnend geworden. Hij knijpt met zijn ogen als hij de door het water bijna helemaal vervaagde letters probeert te ontcijferen. Dan valt zijn oog op een vreemde toevoeging in de scheepspapieren.
”In Kandawel zijn passagiers aan boord gegaan."
Begint hij langzaam. Stukje voor beetje wordt het ietsje makkelijker om te zien wat er nu eigenlijk staat.
"Een handelaar met de naam Okar Taramis vergezeld van ene Gerebrand Ursa, woudloper. Ze hadden een kooi bij zich, zonder specificaties van de inhoud..”
Hij fronst. Vreemd. Vareda’s legendarische zorgvuldigheid lijkt in rook te zijn opgegaan waar het de inhoud van die kooi betreft. Ze heeft vaker LEGE kisten en vaten vervoerd, maar daarvan gaf ze steevast aan dat die leeg waren bij vertrek. Over de kooi niet meer dan twee woorden. Zelfs de afmetingen staan er niet bij. Het kan niets zijn. Smokkelen doet iedereen, maar toch…
Had Vareda niet ook al een kooi bij zich toen ze uit Aankele Haaie vertrok? Bestemming Kandawel, maar over de eigenaar deed ze destijds erg ontwijkend. Het had hem toen te onbelangrijk geleken om over door te vragen, maar nu begint de vraag te knagen of het om dezelfde kooi gaat. En wie had het ding gestuurd? De kooi die hij Vareda’s matrozen aan boord had zien tillen was een fors ding geweest. Zoiets neemt ruimte in en iemand moet toch voor het vervoer betaald hebben? Pekel trekt nadenkend aan een van de punten van zijn baard. Het zou toch ergens in zijn logboeken moeten staan…
Aan de andere kant, de aanwezigheid van de woudloper doet vermoeden dat het hier om een beest ging. Een cadeautje voor Vrouwe Ophelia wellicht? Dat meiske van boven krijgt wel vaker rare huwelijksgeschenken toegestuurd… Laatst zelfs nog een Lama.
Maar toch blijft het knagen, en Pekel kent zichzelf lang genoeg om te weten dat als hij neiging voelt te krabben, er meestal inderdaad iets jeukt.
”Segura…Als je drenkelingen opvist, ondervraag ze dan over die kooi. Hoe breed, hoe hoog, wat zat erin. Je weet hoe scheepslieden praten. Als een ‘m gezien heeft, hebben ze het allemaal gezien.”
Hij zwijgt en kijk de kapitein van De Glasaal doordringend aan.
”Wacht niet tot je in de haven bent, maar ondervraag ze meteen. Als is het hun laatste adem, dan wil ik dat ze antwoord geven. Dat is een direct bevel van de Havenmeester.”
En waarschijnlijk zal het ook hun laatste adem zijn. Zo vaak komt het voor dat mannen vechten tot hun laatste snik om niet te hoeven verdrinken in het water van de rivier, niet opgeslokt te worden door haar kille omhelzing. Als je ze dan aan boord haalt, dan sterven ze voor je ogen op de planken van het dek. Met de strijd tegen het water opgegeven komt ook hun strijd om te leven ten einde.
Hij beseft dat hij Grijs en haar bemanning mogelijk een gevaar in stuurt, maar het gevaar lijkt nog wel te overzien. Bovendien is dat het enige punt waar hij haar wel zonder veel moeite tegemoet kan komen.
”Ik zal je vier man van de havenwacht meesturen. Dat alles, maar dan wil ik die zwarte zeilen van jou over twee dagen de Monnik in zien gaan.”
Pekel leunt weer achterover en zijn stoel kraakte vervaarlijk. Hij kijkt beurteling van Torgal naar Segura en terug.
"Het lijkt me dat ik meer dan redelijk ben." _________________ ~ We zullen zien ~ |
|
Back to top |
|
|
|
|
You cannot post new topics in this forum You cannot reply to topics in this forum You cannot edit your posts in this forum You cannot delete your posts in this forum You cannot vote in polls in this forum
|
Powered by phpBB © 2001, 2005 phpBB Group
|