|
Raganorck
|
View previous topic :: View next topic |
Author |
Message |
Roberto Schwarzherz Sporenzoeker
Joined: 18 Mar 2003 Posts: 25
|
Posted: Thu Mar 20, 2003 9:12 pm Post subject: Roberto's verborgen vertrekken |
|
|
Hoewel velen het vermoeden, en het eigenlijk ook bijna niet anders kan met zo'n kasteel, zijn er slechts weinig mensen die zeker weten dat er geheime gangen in het kasteel zijn. Vannaf het oudste gedeelte tot en met de laatste aanbouwen staan alle belangrijke punten in het kasteel direct met elkaar in verbinding, en op elke verdieping is minstens één in- en uitgang, op een strategisch punt verborgen. Behalve gangen zijn er, en dit vermoed zelfs bijna niemand, complete vertrekken verborgen. Vroeger zullen ze een schuilplaats zijn geweest voor de adel als er gevaar dreigde binnen de kasteelmuren, maar tegenwoordig zijn de meesten in handen van de Zilveren Schaduw. In het oudste gedeelte van het kasteel ligt het hoofdkwartier waar besprekingen worden gehouden en de geheime archieven worden bewaart, en tevens de vertrekken van heer Schwarzherz zelf.
Soms mist hij het comfort van een gewoon huis, want deze kamers, waarvan met zekerheid gezegd kan worden dat het vroeger kerkers waren aangezien de ketens nog aan de muren hangen, zijn zeer slecht verwarmd en en nog slechter geventileerd, maar het is zijn thuis, en het past bij hem. In kleinere, nabij gelegen kamertjes wonen twee klerken die de archieven bijhouden en drie intriganten, die alles in het kasteel in de gaten houden. De klasieke ogen-van-het-schilderij gluurgaten zijn regelmatig toegepast, maar ook minder bekende methodes worden gebruikt, en hoewel hun reputatie van kennis in de stad schromelijk wordt overdreven, kan er hier bijna niets gebeuren wat hun waakzame ogen ontgaat. Roberto Schwarzherz, Meester Intrigant van de Zilveren Schaduw |
|
Back to top |
|
|
Roberto Schwarzherz Sporenzoeker
Joined: 18 Mar 2003 Posts: 25
|
Posted: Fri Mar 21, 2003 11:00 am Post subject: Re: Roberto's verborgen vertrekken |
|
|
Met lange, snelle passen liep Roberto door een slecht verlichte gang. Hij was op weg naar de vertrekken van hare majesteit zelf, maar hoewel dit meestal de snelste weg was leek het kasteel zelf met hem te dollen, de gang was langer dan ooit en er zaten zoveel bochten en kronkels in dat het hem ontzettend begon te irriteren. Hij moest de vrouwe er van overtuigen het kasteel te laten sluiten. Al het vreemde volk binnen irriteerde hem niet alleen mateloos, er zaten ook gevaarlijke snuiters tussen. Hij had de macht om het kasteel zelf te laten verzegelen, hij stond immers boven de wet, maar een dure eed die zijn voorvaderen aan de Nachtstorms hadden afgelegd verbood hem zelfstandig beslissingen over belangrijke zaken te nemen, tenzij contact met de heerser van de stad echt onmogelijk was. De eed was waarschijnlijk magisch van aard, want hoe hard hij het ook proberen, hij kon hem niet breken, dus legde hij er zich maar bij neer. Hij besefte zich heel goed dat hij slechts een stuk gereedschap was, hoewel een zeer doelmatig gereedschap, alleen maar bedoeld om de heerschapij van die vervloekte Nachtstorms veilig te stellen. Als de eed ooit ontbonden werd zou dat het einde betekenen van die gestoorde Nachtstorms, en het begin van zijn imperium. Maar niemand kon dat vermoeden, want de eed verbood hem zulke gedachten uit te spreken en zelfs de gedachten veroorzaakten een gemene hoofdpijn, een pijn die hij dagelijks droeg en zeer karaktervormend voor hem was geweest. Uiteindelijk liep de gang omhoog en kwam bij een ogenschijnlijke blinde muur. Roberto luisterde aandachtig, en toen hij niemand hoorde verrichte hij een door het duister verhulde handeling waardoor de muur verschoof.
((Roberto Schwarzherz => De Koninklijke Vertrekken: De Kamer van de Honderd Ogen (Ophelia's Vertrekken))) |
|
Back to top |
|
|
Roberto Schwarzherz Sporenzoeker
Joined: 18 Mar 2003 Posts: 25
|
Posted: Mon Jul 07, 2003 11:49 am Post subject: scherven in een dampende plas |
|
|
De aardewerken mok was in tientallen scherven uiteengespat, en de dampende koffie die van de muur droop liet een vreemd gevormde vlek achter. Roberto stond nog met een trillende uitgestoken rechterarm waarmee hij zojuist het dampende projectiel had geworpen achter zijn bureau. Het werkelijke doel, Balthazar van het Magiërsgilde, had hij op een haar na gemist, maar het was goed mogelijk dat Balthazar hier zelf voor gezorgd had. Kalm stond hij in het midden van de kamer, en keek flauwtjes glimlachend naar heer Schwarzherz, die op dit moment precies het tegenovergestelde was. Met kloppende slapen, een rood aangelopen gezicht en uitpuilende ogen stond hij daar te beven. Het uitspreken van zijn diepste verlangen, de eed, nee, de vloek te verbreken, was hem duur komen te staan. Balthazar had dit al vele malen meegemaakt, en hij wist wat er nu in Roberto's hoofd gebeurde. Hij onderging de ergste kwelling die een mens maar kon verzinnen, iets waarvan zijn nekharen overeind gingen staan. Balthazar wist ook dat hij wederom gefaald had, en zich de komende maanden beter niet in het kasteel kon laten zien, dus hij verdween.
Sussend legde Alicia een hand op de schouder van haar oudere broer en drukte hem zachtjes doch dwingend terug in zijn stoel. Daarna haalde ze de pot koffie van het vuur en schonk een nieuwe mok vol die ze op zijn bureau zette. Roberto boog zich over het papierwerk dat op zijn bureau lag. Een raport over de vondst van verminkte elfenlijken in het Wilde Woud. Dit liep de spuitgaten uit, hij moest nodig eens met Baron van Grieswolda gaan spreken. |
|
Back to top |
|
|
Roberto Guest
|
Posted: Fri Oct 29, 2004 12:06 pm Post subject: |
|
|
((<= Roberto Schwarzherz uit de Koude Kerkers; verborgen martelkamer))
Roberto had nog geen voet in zijn eigen vertrek gezet, of hij werd belaagd door een klerk die hem een stroom van informatie toediende. Lama gesignaleerd bij de poort, vreemd wezen in de blauwe eetzaal, kapitein Dan Maros weer op de been. Halverwege snoerde Schwarzherz hem de mond met een handgebaar, het kon hem geen zier schelen. Ophelia was gestoord, ze gaf duidelijk niets meer om haar eigen veiligheid, dus waarom zou hij, haar kleine dienaartje, dat wel doen? Moest hij zich maar blijven uitsloven als zij toch telkens het tegenovergestelde van zijn acties zou bevelen?
De klerk stond zwijgend voor hem, zijn hoofd gebogen. Wat ging er om in deze man? Was hij beschaamd? Of woedend? Dacht deze eenvoudige dienaar over Roberto zoals Roberto dacht over de Vrouwe? En de Vrouwe, denkt zij over haar meester intrigant zoals hij over deze dienaar dacht?
Roberto schudde het moment van bespiegeling van zich af. Het deed er niet toe, al sinds mens' heugenis was er verschil in rang, en dat zou altijd zo blijven. Hij richtte zich tot de klerk: "Roep de zes hierheen, onmiddelijk. Stuur bericht aan heer Lambarth: Ik wil meer rekruuten, zo veel mogelijk. En zeg al mijn mannen in het kasteel zich te melden bij Gysseling voor nieuwe opdrachten." De klerk snelde weg, en Roberto nam plaats aan zijn bureau, drukte zijn vingertoppen tegen elkaar. |
|
Back to top |
|
|
Gashyr Nachtdwaler
Joined: 22 Sep 2002 Posts: 385 Location: Deventer
|
Posted: Tue Nov 02, 2004 2:43 pm Post subject: |
|
|
"Wacht!"
De klerk had de ruimte nog niet verlaten of hij werd alweer teruggeroepen. "Ja, heer?" prevelde de man. Roberto liet de man even wachten, rangschikte een paar papieren op zijn bureau alvorens te antwoorden: "Negeer dat laatste bevel. Iedereen blijft hier." De klerk wachtte af of er nog meer kwam, maar Roberto knikte ten teken dat de man kon gaan. |
|
Back to top |
|
|
Gashyr Nachtdwaler
Joined: 22 Sep 2002 Posts: 385 Location: Deventer
|
Posted: Thu Nov 04, 2004 3:07 pm Post subject: |
|
|
((OOC: voor de duidelijkheid, dit betreft een andere ruimte dan Roberto's kantoor))
De deur kraakte en ging langzaam open. Een vrouw van in de vijftig, gekleed in een deftige jurk betrad de ruimte. Ondanks haar leeftijd was ze mooi om te zien, en bewoog ze met zelfverzekerde gratie. Haar huid was blank en slechts weinig gerimpeld, en tussen het grijs van haar opgestoken haar was nog een enkele lok blond te zien. Alleen haar ogen waren donker, donker als de tien andere ogen in het vertrek, allen op haar gericht. Ze liep naar haar plaats aan de achthoekige tafel, maar voor ze haar stoel naar achteren schoof boog ze licht voor Roberto, en prevelde: "Mijn heer, uw neef en mijn zoon.." Roberto onderbrak haar, buitengewoon zachtzinnig voor zijn doen: "We zijn onder ons, Emily.. hier hoef je niet deftig te spreken."
Ze knikte. "Wat ik dus wou zeggen, Roberto.. hij is dood. Een huurmoordenaar van het gilde heeft hem vergiftigd. We hebben hem gevangen, maar voor we hem konden martelen wist hij een einde aan zijn eigen leven te maken.. hij had een gifring."
Zwijgend namen de andere vijf het nieuws in ontvangst, maar bij allen was te zien dat ze geschokt waren, en Alicia snikte zelfs. Ze waren allen een dierbaar familielid kwijtgeraakt, en hoewel velen het geslacht Schwarzherz als koud en harteloos hadden bestempeld waren ze dat niet, niet binnen de familie. De deftige vrouw ging zitten en snoot haar neus in een fijne zijden zakdoek. De man naast haar klopte troostend op haar arm. Roberto boog zich naar zijn zusje, en zei: "Het wordt tijd dat ons broertje zich bij ons voegt. Zijn opleiding is voltooid en hij heeft zich een volwaardig lid van onze familie betoont. Ik reken er op dat jij hem alles verteld." Alicia knikte.
Roberto stond op, en leunde met zijn vuisten op de tafel. Iedereen keek naar hem. Zonder een inleidend woord begon hij met wat hij wilde zeggen, waarom iedereen hier was. "De afgelopen dagen heeft Vrouwe Ophelia," de gezichten van Alicia en een neef van een jaar of dertig betrokken, "heeft de afgelopen dagen in haar daden te kennen gegeven niets meer te geven om haar eigen veiligheid. Zij laat onmenselijke wezens vrij door haar kasteel lopen en vind dat ik dat maar moet aanzien, zo lang ik haar lama maar een beetje in het oog houdt. Ik denk dat het tijd wordt voor een grondige reorganisatie. Als ze vrouwe ons doen en laten in het kasteel belemmert zullen wij elders ons werk moeten doen. Het wordt tijd dat we onze greep op de stad gaan verstevigen."
Roberto rolde een kaart van de stad uit, waarop globaal de vijf belangrijkste gebieden waren aangegeven, de Tien Torens in het midden, Aankele Haaie was onder doorzichtig getekende straten te zien, de stadswal en de soldatenkwartieren in de stad, de Wilde Wouden om de stad en het duistere district overal waar niet iets anders was. Ook het kasteel was er op getekent. Overal in de stad stonden kleine vlaggetjes getekend, de in- en uitgangen van alle geheime gangen en gebouwen die alleen door de Zilveren Schaduw gebruikt werden.
"Vannaf nu zullen jullie allemaal een gebied onder jullie hoede krijgen. Ik wil dat jullie ALLES vastleggen wat er gebeurd. Ik wil weten hoeveel haren iedere rat heeft die deze stad binnenkomt en uit het vuilnis eet. Ik wil contacten in iedere hoerenkast, mannen willen nog wel eens opscheppen met geheime informatie om indruk te maken op zo'n meisje." Roberto zweeg even en dacht na. "Alicia en ik blijven in het kasteel, maar men zal geloven dat we overal zijn. Florian is nog niet toe aan leiding geven, maar Balthazar krijgt de Tien Torens. Hij krijgt negentien.. nee.. eenentwintig man onder zijn hoede, éém voor iedere toren, hemzelf meegerekend, acht voor andere belangrijke instellingen, twee voor de straten en één voor de tempel."
Roberto ging weer zitten, pakte een veer en inkt en begon aantekeningen te maken op een kleinere versie van de kaart, uitrekenend hoeveel mannen (en vrouwen) hij waar in kon zetten en zijn plan verder uitwerkend. De vijf familieleden praatten zachtjes met elkaar over hun verloren neef, troost zoekend in de schaarse mooie herinneringen die ze als familie hadden. |
|
Back to top |
|
|
Gashyr Nachtdwaler
Joined: 22 Sep 2002 Posts: 385 Location: Deventer
|
Posted: Sun Nov 07, 2004 9:08 pm Post subject: |
|
|
Er werd op de deur geklopt.
Instinctief stond iedereen op, handen op de gevesten van hun rapiers en dolken. Iedereen wist dat de vrouwe niet blij was met hun geheime vergaderingen. "Binnen!" snauwde Roberto. De deur van de kleine vergaderruimte ging open, en wierp een lange schaduw naar rechts, aangezien ze alleen aan de linkerkant geflankeerd werd door een fakkel. Behalve één fakkel aan elke wand werd de ruimte verlicht door een paar grote kaarsen op de achthoekige tafel. Het bewegelijke licht van de vlammen gaf de ruimte van zandsteen een samenzweerderige sfeer.
Een intrigant, gewapend met zwaard en schild, schuifelde naar binnen. Duidelijk was dat hij zich slecht op zijn gemak voelde in dit belangrijke gezelschap. Hij boog, en sprak: "Heer, ik kom de wacht overnemen. En ik heb vernomen dat de paleiswacht een arrestatie verricht heeft in de bibliotheek. Het gaat om een mensachtig wezen met enkele vreemde kenmerken. Haar menselijkheid en geestelijke gezondheid zijn twijfelachtig."
Roberto knikte, stond op, en rommelde wat in een kast. Hij ging weer zitten met een stuk perkament, reeds voorzien van stempels en handtekeningen, en krabbelde er een bericht boven:
Quote: | Geachte mijnheer Haldol, mevrouw Pinefrine,
Dit naar u geëscorteerde individu leidt aan een ernstige geestelijke ziekte, en werd in het kasteel aangetroffen met kwade plannen jegens de Kroon. Omdat het onverstandig is dit individu op vrije voeten te zetten, maar het eveneens een hoop onaangenaam gejammer veroorzaakt om haar in de kerkers te werpen stellen wij haar tot uw beschikking voor uw programma voor testindividuen.
gelieve bij vrijlating voor veiligheid kan worden gegarandeerd de juiste instellingen te verwittigen.
Met hoge achting en dankbaarheid,
namens de Kroon en haar Raadgevers, |
Roberto kwam precies goed uit, want een regel lager begonnen de handtekeningen.
Hij overhandigde het perkament en zei: "Goed. Stuur iemand achter die arrestatie aan. En wie had er voor jou dienst?"
"James, heer"
"Vertel James dat hij gedisciplineerd wordt omdat hij ons niet voor jouw komst heeft gewaarschuwd. Stuur hem naar de bibliotheek, hij mag blij zijn dat hij er met een paar uur langer werken vannaf komt. En voor jou gelden dezelfde orders: zodra er iemand, wie dan ook, in de buurt van deze ruimte komt, waarschuw je mij onmiddelijk, begrepen?" Roberto's stem klonk haast strenger dan anders, en al zou de intrigant het willen, hij zou zijn heer niet durven tegenspreken.
"Ja, heer"
De man boog, en vertrok. De deur kraakte weer, en sloot met een zachte klap. |
|
Back to top |
|
|
Gashyr Nachtdwaler
Joined: 22 Sep 2002 Posts: 385 Location: Deventer
|
Posted: Fri Nov 26, 2004 8:33 am Post subject: |
|
|
De kamer was leeg. Taken verdeeld, decreten ondertekent en plannen gesmeed. Spoedig zou de stad weer in de greep van de Zilveren Schaduw vallen, als in de dagen van welleer. En wie kon ze stoppen? Hier, in het diepste gewelf van het paleis, had niemand hen kunnen horen.
De laatste fakkel die nog smeulend aan de muur hing doofde langzaam uit. In de duisternis was de echo van intrige opgesloten, aan alle kanten omgeven door meters steen en rots, massief en koud. |
|
Back to top |
|
|
Uriel Dromenvanger
Joined: 17 Oct 2002 Posts: 1179 Location: Utrecht
|
Posted: Fri Dec 03, 2004 3:22 pm Post subject: |
|
|
((Kind van de Koude; De dwalende Kamers; de Bibliotheek))
Stapje voor stapje sloop hij door de hoge nauwe gangen. Hie voelde hij zich thuis. Dit waren net de grotten! Soms klom hij omhoog langs de muur om dan naar de andere kant te springen en zich met krassende nagels weer naar beneden te laten zakken. Ergens onderweg vond hij een paar paddestoelen die zich voedden met naar binnen gewaaide halfvergane bladeren en het vocht dat langs de muren droop. Kind van de Koude herkende ze niet. Hij rook er eens voorzichtig aan, krabde ze los van de vloer, bekeek ze van alle kanten en stopte er toen een in zijn mond. Hij kauwde langzaam, iedere hap proevend, ze smaakten niet verkeerd. De volgende propte hij naar binnen, en toen nog een en nog een... Vier, meer waren er niet. Het kleine beetje voedsel had hem alleen maar hongeriger gemaakt. Hij keek om zich heen of hij meer paddestoelen zag, maar kon ze nergens ontdekken.
Hij ging een hoek om en kwam uit op een nauwe richel. Vreemd genoeg bleek er een ladder tegenaan te staan, maar Kind van de Koude negeerde deze. Hij volgde de richel en wurmde zich door een gat in de muur. Hij kwam uit ergens halverwege een nauwe spleet. Beneden zich hoorde hij stemmen van menswezens.Wat deden die hier? hij luisterde, maar kon er niet veel wijzer uit worden. Daarna klom hij een klein stukje naar beneden en toen weer opzij door een luchtgat. Hij zat nu op een plateautje dat uitkeek op een soort werkkamer. Zonder zijn lichtgevoelige ogen zou hij in het duister niets hebben kunnen onderscheiden, maar nu zag hij midden in de stilte en het duister een man achter een tafel. Kind van de Koude hield zijn hoofd schuin en hield zijn gezonde klauw tegen de muur gedrukt. Niets, de stenen zeiden niets over deze man. Was hij goed, of slecht? Er kwam zelfs geen waarschuwing. De man zat daar maar, zwijgend, als een dode in zijn tombe van steen. Kind van de Koude klom langzaam naar beneden, zo zacht mogelijk. Af en toe keek hij om of de man bewoog en hield zich dan muisstil. Plotseling raakte er een stukje steen los en viel kletterend naar beneden. Kind van de Koude drukte zich tegen de muur aan en hield zijn adem in. Muisstil zat hij daar in alles het evenbeeld van de waterspuwers die buiten op de daken zaten. |
|
Back to top |
|
|
Gashyr Nachtdwaler
Joined: 22 Sep 2002 Posts: 385 Location: Deventer
|
Posted: Fri Dec 03, 2004 4:27 pm Post subject: |
|
|
Alleen zijn, in duisternis en stilte. Ondragelijk voor velen, maar niet voor hem. Alles wat je hier hebt is je eigen geest., onaanraakbaar en onverhuld. Alleen hier ben je werkelijk jezelf, er is geen druk van buitenaf, want er is niets buiten je. Daarom kunnen veel mensen er niet tegen. Ze durven niet alleen te zijn met zichzelf, ze hebben een hekel aan zichzelf en proberen zich zoveel mogenlijk te negeren. Ze walgen van de dingen die ze gedaan hebben, en als ze alleen zijn denken ze daaraan. Ze willen afgeleid worden. Daarom zijn ze bang voor alleen zijn, duisternis, en stilte, want die leiden niet af.
Maar hij was niet bang, niet voor stilte of duisternis of eenzaamheid. Niet voor zichzelf. Hij had geen last van walging of schuld, hoewel hij vreselijke dingen had gedaan, meer dan wie dan ook in Raganorck. Maar hij had geen spijt, hij was vrij van de wet en van zichzelf. Het hoorde bij zijn werk, zijn leven, zijn zelf. De duisternis en stilte waren comfortabel voor hem.
Toen werd de heilige stilte doorbroken. Een koele tik op de harde vloer galmde door zijn werkkamer. Roberto opende zijn ogen, waarmee hij het weinige licht van onder de kap op een olielamp voor hem weer toeliet in zijn hoofd. Hij strekte zijn hand uit en verwijderde de kap. Hij keek naar de hoek waar het geluid had geklonken. Er lag een schilfer steen op de gladde vloer. Onmiddelijk legde hij zijn rechterhand op het heft van zijn dolk en keek het hele vertrek rond. Maar in het weinige licht van de olielamp zag hij niets dan de kamer zoals hij die had ingericht. Waar was dat schilfertje vandaan gekomen? Roberto was een pragmatisch man. Hij geloofde in het bestaan van magie, maar niet dat deze erg groot en machtig was. Ook geloofde hij niet in goden of geesten. Alles was het gevolg van een logische oorzaak, en magie was enkel de wetenschap in dat wat mensen nog niet doorgrondden. Misschien was er een zwakke trilling geweest, die een klein stukje van de muur had getrild. Maar hij was niet van plan om af te wachten of er wel of niet iets zou gebeuren. Roberto stond op, de dolk in zijn rechterhand en de olielamp in zijn linker, en zei: "Wie is daar?" |
|
Back to top |
|
|
Uriel Dromenvanger
Joined: 17 Oct 2002 Posts: 1179 Location: Utrecht
|
Posted: Fri Dec 03, 2004 10:38 pm Post subject: |
|
|
Kind van de Koude bleef stil zitten waar hij zat. Het manwezen stond op en haalde ergens licht vandaan. Kind van de Koude z`n pupillen vernauwden zich om te compenseren voor de grotere hoeveelheid licht. Hij zag iets glinsteren in de handen van de man. 'Gevaarlijk' hoorde hij. De man was gevaarlijk. Kind van de Koude z`n nieuwsgierigheid won het echter van zijn angst en hij maakte een sprong naar een andere muur. Een sprong van een meter. Daar bleef hij weer roerloos zitten, maar nu kon hij de man veel beter zien. Hij hing ondersteboven aan de muur. Zijn kop omlaag in een schemerige hoek van de kamer en keek omlaag om te zien wat het manwezen zou gaan doen. |
|
Back to top |
|
|
Gashyr Nachtdwaler
Joined: 22 Sep 2002 Posts: 385 Location: Deventer
|
Posted: Tue Dec 07, 2004 3:07 pm Post subject: |
|
|
Een koude luchtverplaatsing deed zijn haren wapperen. Roberto draaide zich om. "Wie is daar," riep hij nogmaals, "laat jezelf zien!" Zijn stem beefde enigzins. Hij probeerde langzaam en diep adem te halen en de opkomende paniek in de kiem te smoren. |
|
Back to top |
|
|
Uriel Dromenvanger
Joined: 17 Oct 2002 Posts: 1179 Location: Utrecht
|
Posted: Wed Dec 08, 2004 2:26 pm Post subject: |
|
|
"Wieisdaar" knarsten de kiezels van de stem van Kind van de Koude. Zijn stem klonk als een zieke echo van Roberto`s woorden. Hij klauterde een eindje verder zonder veel geluid te maken en riep toen weer "Wieisdaar" Hij ging richting een gat in de muur die naar een volgende kamer leidde en bleef daar even zitten. "Wieisdaar" knarsten de kiezels in zijn keel weer.
LEUK! Een spelletje dacht hij en even flitsten zijn ogen in het lamplicht van Roberto`s olielamp vlak voordat hij de volgende kamer in kroop. |
|
Back to top |
|
|
Gashyr Nachtdwaler
Joined: 22 Sep 2002 Posts: 385 Location: Deventer
|
Posted: Wed Dec 08, 2004 3:04 pm Post subject: |
|
|
Kippenvel maakte zich meester van ieder stukje huid op Roberto's lichaam toen hij onnatuurlijke echo hoorde. Wat was er toch aan de hand? Wankelend deed hij een paar stappen achteruit, en botste tegen de muur. Met een ruk draaide hij zijn hoofd. Zag hij nou iets glinsteren vanuit zijn ooghoek? Minuten bleef hij doodstil staan, trachtend zijn ademhaling te controleren en zijn bonkende hart tot rust te brengen. Koud zweet was hem uitgebroken, maar uiteindelijk ebde de spanning in zijn lichaam weg. Er moest een logische verklaring zijn. Het leek allemaal spookachtig en onnatuurlijk omdat hij was geschrokken. Toch was er iets gebeurd, en hij zou uitzoeken wat. Hij ontstak de fakkel die naast hem aan de muur hing. In het heldere licht dat het vuur verspreide zag hij dat het gevallen stuk steen vrijwel recht onder een ventilatieschacht zat, en dat zo'n zelfde schacht aanwezig was op de plaats waar hij meende iets te zien glinsteren. De schachten waren te klein voor een volwassenman, maar groot genoeg voor een middelgroot dier. Misschien was er een sprekende vogel uit de vogelkooien ontsnapt en in zijn domein terecht gekomen. Maar het zou ook kunnen dat hij werd bespioneerd door een vreemd wezen, er waren er genoeg in deze vervloekte stad. Roberto kon geen risico's nemen.
Hij trok aan de fakkel die hij zojuist ontstoken had. Deze gaf mee en draaide een kwartslag. Sintels vielen op de grond en doofden snel uit op de koude stenen vloer. Een stuk van de muur zakte naar beneden, en onthulde een grote ronde schijf van brons of koper, die midden in de zojuist gemaakte opening hing aan een stevige ketting. Er onder lag een dikke stok waar aan een uiteinde een grote bol zat, omwikkeld met een dikke doek. Achter de gong-achtige constructie was een metalen buis, zo groot dat een volwassen man er door kon kruipen. Hiermee zou Roberto een noodsignaal laten klinken, dat in iedere geheime gang en krocht van het paleis gehoord zou worden, doch niet of nauwelijks in de normale vertrekken van het paleis.
Roberto stopte twee plukjes katoen in zijn oren, pakte de stok, hief deze op en sloeg met al zijn kracht, één, twee, drie maal. Het lawaai was oorverdovend, en zijn oren bleven nog minuten suizen nadat de gong was gestopt met zoemen. Maar nu zou het stelsel van geheime gangen in het paleis binen minuten afgesloten zijn, potdicht. Geen rat zou er in of uit kunnen. Hij zou het wezen dat hem had laten schrikken wel even opsporen, en het de nek omdraaien. |
|
Back to top |
|
|
Uriel Dromenvanger
Joined: 17 Oct 2002 Posts: 1179 Location: Utrecht
|
Posted: Sun Dec 12, 2004 2:09 pm Post subject: |
|
|
Achter zich hoort Kind van de Koude stenen opzijschuiven en de geheimen die ze verborgen hielden prijs geven. Er zijn meer van dat soort plaatsen hier, weet hij. De juiste beweging zet hen in beweging. Oorzaak en gevolg gemaakt door mensenhand, maar geen geheimen voor iemand die met de stenen spreken kan. Zijn hart klopt als hij merkt dat een gonzende zang van een bronzen schijf de jacht in werking zet. Wie jaagt op wie. Dit is zijn terrein. Ogen die zien in het Duister, stenen die voor hem de juiste weg zingen en geen geheimen hebben. Vreugde zingt in zijn hart als hij de oergevoelens van de jacht in zijn lijfje voelt. Ogen om te zien in het duister, oren om te horen wat de stenen zingen, klauwen om te scheuren en te graven en een bek om te vreten het bloedige vlees van de prooi die het waagde om zich op gelijke voet te wagen met een wezen van de stenen tussen de stenen. Hij springt van richel naar richel, klauwt zich vast in de muren. Als een zwijgende schaduw glijdt hij over de muren, slechts af en toe achterom kijkend uit pure gewoonte. Het hoeft niet, het is een jacht en hij weet waar hij heen wil. De stenen wijzen hem de weg.
Van spel verworden tot dodelijke ernst zijn al zijn zintuigen gescherpt. Menswezens denken overal thuis te zijn. Zijn tong likt over zijn versteende lippen. Het Kind van de Koude is thuis in de spauwmuren. Zwijgend schieten zijn ogen heen en weer in het Duister. Hij ziet de sporen die hij heeft achtergelaten. Allemaal op de grond en hier en daar langs de muren. Nu, verwarring voor de jagende prooi. Hij springt recht omhoog en grijpt zich vast aan een ketting die in het midden van het plafond naar beneden hangt. Hij kimt omhoog en verdwijnt in een gat. Vlug trekt hij de ketting achter zich aan en loert door de nauwe kier waar hij zich doorheen gewrongen heeft naar beneden. Daarna neemt hij vlug de omgeving in zich op. Hij zit tussen het plafond van de kerkers en de vloer van het paleis. Hij bevindt zich tussen twee dikke houten balken waarop de grote platen zijn gelegd die de vloer vormen van een van de Dwalende Kamers. Boven zich hoort hij voetstappen, maar die negeert hij. De onwetende menswezens boven hem doen er niet toe. Alleen die ene man die in het Duister zat. Hij die denkt jager te zijn, maar prooi geworden is. Hij loert weer door de nauwe spleet in het plafond, de opgetrokken ketting naast hem als een ijzeren slang.
Quote: | "Niet bang zijn, ik doe je niets." |
Klinkt zachtjes en dreigend zijn kiezelstem als een verre onheilspellende echo van Ophelia`s woorden. |
|
Back to top |
|
|
|
|
You cannot post new topics in this forum You cannot reply to topics in this forum You cannot edit your posts in this forum You cannot delete your posts in this forum You cannot vote in polls in this forum
|
Powered by phpBB © 2001, 2005 phpBB Group
|