|
Raganorck
|
View previous topic :: View next topic |
Author |
Message |
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Mon Sep 16, 2002 11:21 pm Post subject: Toren der Geschiedenis |
|
|
Lupijn doopte zijn ganzeveren pen voor de laatste keer in het potje inkt dat op zijn schrijftafel stond en voltooide de laatste zin van het manuscript dat hij aan het schrijven was. Daarna blies hij zachtjes om de inkt sneller te laten drogen. Een tevreden gevoel maakte zich van hem meester terwijl hij zijn ogen over het voltooide werk liet dwalen. Lupijn probeerde zich het verraste gezicht van de Geleerde Carintus voor te stellen als deze morgen het manuscript, twee dagen te vroeg, zou vinden. Hij sloot glimlachend de inktpot en stak de pen weer in zijn houdertje op de lessenaar. Daarna pakte hij voorzichtig het boek en het manuscript en legde ze in de kast die naast de deur naar de vertrekken van de Geleerde Carinthus stond. Terwijl hij voorzichtig zijn verkrampte vingers masseerde, blies hij de kaarsen uit die zijn lessenaar in een warme gele gloed hulden en draaide zich om naar de ramen.
Het kille licht van de halve maan, half verborgen door donkere wolken, scheen door de kleine raampjes van het werkkamertje halverwege de Toren der Geschiedenis naar binnen. Lupijn huiverde een beetje. Hij besefte nu pas dat het al bijna nacht moest zijn en sloeg snel zijn mantel om. Toen hij de deur naar de gang opende werd hij weer begroet door het vriendelijke, warme licht van de kaarsen in de lantaarns die langs de muur hingen. Hij deed de deur op slot en liep naar de trappen. Eenmaal beneden aangekomen groette hij de oude wachtsman die bij de deur zijn pijpje zat te roken. Deze keek hem hoofdschuddend na, terwijl hij de deur voor hem openhield. Lupijn hoorde ving nog de woorden "laat" en "jeugd" op die achter hem gefluisterd werden en stapte toen de nevel in die de straten in haar kille greep hield.
Lupijn sloeg de kraag van zijn mantel op en keek door de mist naar de toren die met zijn negen metgezellen ver boven de nevel uitstak. Bovenin waren met moeite nog de verlichte ramen zichtbaar van de ruimtes waar sommige Geleerden de hele nacht door zouden blijven werken. Nog hoger was het bleke schijnsel van de halfvolle maan door de nevel en de wolken te zien. Lupijn zuchtte even. Toen draaide hij zich om en begon met vaste tred zijn weg door de wirwar van vochtige straatjes tussen de torens, waar het licht dat door ramen en kieren van de huizen, taveernes en bordelen naar buiten scheen zijn pad verlichtte.
Lupijn dacht na over de afgelopen tijd. Het was weken geleden geweest dat de Geleerde Carinthus hem gevraagd had te helpen bij het manuscript. Lupijn was heel trots geweest dat hij gekozen was, er waren tenslotte klerken die veel langer in de Toren der Geschiedenis werkten dan hij. En de Geleerde Carinthus stond bij bijna iedereen in de Toren van Geschiedenis in hoog aanzien. Er was veel van hem geeist, er waren zovele dagen en nachten die hij lezend en schrijvend in de toren had doorgebracht, dat ze zich aaneen hadden geregen aan de ketting van de tijd en voorbij waren gegaan zonder dat hij het verschil tussen licht en donker had opgemerkt. Hij had veel geleerd van de oude man en was hem dankbaar dat hij een slaapplek had gekregen in toren, waar hij af en toe de schaarse verdoving van de slaap had kunnen vinden. De drie vrije dagen die hij tussendoor thuis had doorgebracht hadden niet voor de rust kunnen zorgen die hij eigenlijk nodig had en de vermoeidheid hing hem als een zware mantel om zijn schouders.
Hij was blij dat de oude Geleerde hem op het hart gedrukt had dat hij, als het manuscript af was, vooral de tijd moest nemen om bij te komen. Hij zou eindelijk zijn vingers en ogen de rust kunnen gunnen waar ze al weken om leken te schreeuwen... Lupijn onderdrukte een geeuw en zijn voeten bleven, als vanzelf, hun weg naar zijn kelderwoningkje vervolgen. <p></p> |
|
Back to top |
|
|
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Thu Sep 19, 2002 9:55 pm Post subject: Re: Vertrek uit de Toren der Geschiedenis |
|
|
Terwijl Lupijn's gedachten hem weer terug leken te voeren naar de realiteit bemerkte hij voor het eerst het zachte getik op het plaveisel. Regen. Verwonderd keek hij naar lucht en voelde de druppels op zijn gezicht. Het was weken geleden dat hij regen had gevoeld op zijn huid. En zonneschijn. En de wind. Lupijn besefte hoe het verblijf in de toren hem had geisoleerd van het leven in de stad. Het begon harder te regenen. Hij trok de kap van zijn mantel over zijn vochtige haren en versnelde zijn pas. Als het regende, dan zou het in zijn kelderwoninkje wel eens kunnen gaan lekken. Een vreemd gevoel vervulde hem, aan de ene kant tevredenheid dat hij voor het eerst in weken weer eens aan zoiets triviaals kon denken en aan de andere kant de vrees dat de vloer van zijn kelderwoning blank zou komen te staan.
Afgezien van het geruis van de regen was het stil op straat. Lupijn dacht aan de studenten, de vage lieden en dames van licht vermaak die de straten rond de torens normaal rond deze tijd zouden bevolken. De regen zou ze wel naar binnen gedreven hebben. Toch vreemd. De nevel leek ondertussen op te lossen in het gordijn van regen dat nu gestaag uit de hemel neerdaalde. De maan zou zich niet meer laten zien vanacht.
Eenmaal aangekomen bij het kaarsenpakhuis, waar het kelderwoninkje dat hij goedkoop kon huren in de Torenwijk onder lag, haastte Lupijn zich naar de zijkant van het gebouw waar het deurtje dat hem toegang zou verschaffen tot zijn bed en de broodnodige slaap hem wachtte. Nadat hij het roestige slot had opengemaakt protesteerde de deur piepend en krakend toen hij hem openduwde. Hij hoorde het gekrab en gepiep van de ratten die waren opgeschrikt door zijn plotselinge verschijning en verder de duisternis in vluchtten.
Duisternis. Lupijn sloot de deur en draaide hem op slot. Op de tast vond hij een paar kaarsen en een tondeldoos. Na een paar pogingen lukte het hem om licht te scheppen in de duisternis. Gelukkig was de vloer nog droog. Op de grond voor hem lagen een paar rattelijken. Aangevreten. Uit zijn ooghoeken zag hij af en toe een rat door de kamer schieten. Vermoeid haalde Lupijn zijn schouders op en liep naar de hoek van de ruimte waar zijn geimproviseerde bed zich bevond. Hij ging erop zitten en trok zijn laarzen uit. Toen liet hij zich omvallen en sliep voordat zijn hoofd het kussen raakte. Edited by: Lupijn at: 9/20/02 6:36:03 pm
|
|
Back to top |
|
|
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Sun Sep 22, 2002 9:55 pm Post subject: Re: Vertrek uit de Toren der Geschiedenis |
|
|
Licht. Er scheen wat daglicht door de kleine raampjes van de kelderwoning onder het kaarsenpakhuis in het Torendistrict. Het daglicht werd getemperd door het stof aan de binnenkant van de ramen en de door de regen opgespatte modder aan de buitenkant. Enkele straaltjes bereikten het voorhoofd van de slapende Lupijn. Beweging. Lupijn deed zijn ogen open en staarde verdwaasd naar de zoldering, zich afvragend waar hij was. Toen drong een bekende geur zijn neus binnen en besefte hij het: hij was thuis. Hij draaide zijn hoofd en keek in het rond.
Vingerdik stof had overal een rustplek gevonden. Een schimmelende, aangevreten appel lag op tafel. En op de vloer lagen rattenlijken. De dekens op het bed roken muf. Het was duidelijk een tijd geleden was sinds er iemand had gewoond.
De kamer was simpel ingericht. Een bed, een ruwhouten tafel en een stoel, een grote stevige kast, goed afgesloten met deurtjes waar hij zijn schrijfwaren en geschriften bewaarde, een kleine kast voor wat etenswaren en etensgerei. een keten met een stel boeien, vastgemetseld in een hoek aan de muur en hier en daar een kaars, in verschillende stadia van gebruik en veelal aangevreten door de ratten. De ruimte had twee kleine raampjes waardoor het licht naar binnen kon vallen en een klein deurtje naar buiten. De vloer bestond uit stenen plavuizen.
Lupijn rekte zich lui uit en dacht aan wat hij met zijn vrije tijd kon gaan doen. |
|
Back to top |
|
|
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Mon Sep 23, 2002 8:32 pm Post subject: Re: Vertrek uit de Toren der Geschiedenis |
|
|
((Nadat Raga een dagje offline was geweest vanwege het onderhoud aan de servers, was deze post verdwenen en stond er opeens "HTML Comments are not allowed"... Hierbij post ik hem dus nogmaals))
Uiteindelijk werd Lupijn het mijmeren beu en besloot maar eens op te staan. Hij rekte zich voor de laatste maal uit en stapte uit bed. Hij haalde de deur van het slot en opende hem. Hij keek eens naar buiten en genoot van het daglicht dat zijn gezicht raakte. Hij snoof de buitenlucht aandachtig op en stapte helemaal naar buiten.
Niemand te zien. Snel ontkleedde Lupijn zich en klom in de waterton die tegen de muur stond. Koud! Alle adem werd uit zijn longen geperst door de kou van het water. Hij was klaarwakker en besloot zich uitgebreid te wassen zolang hij het nog kon uithouden in het ijskoude water.
Na een tijdje klom Lupijn proestend en hijgend weer uit de waterton, pakte zijn kleren en snelde naar binnen. De deur viel achter hem dicht. Hij liep naar de kist aan het voeteneind van zijn bed, haalde schone kleren tevoorschijn en trok deze aan. Lupijn keek eens naar zijn laarzen en zag de modder die er tijdens zijn nachtelijke tocht door de verregende straten aan was komen te zitten. De modder was inmiddels opgedroogd. Hij zuchtte diep. Toen pakte hij een borstel en begon zijn laarzen te poetsen. Toen ze weer schoon waren trok hij ze aan.
Toen keek hij in het rond. De kamer was nog net zo smerig als een paar uur geleden. Zijn maag knorde. Hij haalde zijn schouders op en besloot eerst eens wat te gaan eten. Hij bedacht dat hij natuurlijk niets eetbaars meer in huis had. Dan de stad maar in. Kon hij meteen informeren of er nog wat gebeurd was, de laatste paar weken...
((ooc: verder De stadswallen > Een glinstering in de ogen...))
Edited by: Lupijn at: 10/6/02 11:45:01 am
|
|
Back to top |
|
|
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Thu May 15, 2003 9:08 pm Post subject: Thuis |
|
|
((ooc: Lupijn vanuit: “De binnenplaats en de grote hal: Galmende hal”))
Buiten adem kwam Lupijn aan in de straat waar hij woonde. Hij had gerend vanaf het kasteel tot hier. Met steken in zijn zij en het zweet parelend op zijn voorhoofd wankelde hij de laatste meters naar het kaarsenpakhuis waaronder zijn schamele kelderwoning zich bevond. De smaak van bloed hing nog steeds in zijn mond...
Eenmaal bij zijn huis gekomen stormde hij naar binnen en smeet de deur achter zich dicht. Getemperd licht scheen door de kleine raampjes en wierpen kleine oases van licht in de schemerige ruimte, enkel gevuld met een bed, een kledingkist, een kast, een tafel en twee stoelen. Lupijn rende naar zijn bed en storte zich op de grauwe dekens die de harde matras bedekten.
“Bij de Ene, wat is er gebeurd? Wat heb ik fout gedaan? Hoe kon ik ooit zo stom zijn om het kasteel in te gaan in mijn toestand? En nu... En nu heb ik iemand gedood... Het bloed van een onschuldige kleeft aan mijn kleren en zit in mijn mond als het gruwelijke bewijs van mijn misdaden... Wat moet ik doen..?”
-=Lupijn=-
|
|
Back to top |
|
|
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Mon May 26, 2003 7:26 pm Post subject: Re: Thuis |
|
|
Misselijk en met de smaak van geronnen bloed nog steeds in zijn mond werd Lupijn wakker. Hij moest in slaap gevallen zijn. Hij kwam overeind en bewoog zich naar de rand van het bed. Daar trok hij zijn laarzen uit. Snel stond hij op, stroopte de bebloede kleren van zijn lijf en smeet ze in een hoek van zijn kleine eenkamerwoning. Daarna rende hij naar de grote waterton die buiten stond en liet zich in het ijskoude water zakken om zijn mond te spoelen en de bloedsporen op zijn lichaam weg te wassen.
Eenmaal opgefrist liep Lupijn druipend en rillend terug naar binnen, droogde zich af en trok schone kleren aan. Daarna gordde hij zijn dolk om en trok zijn laarzen aan. Toen ging hij weer zitten op de rand van zijn bed, met zijn hoofd gebogen. Wat nu te doen? Moest hij zich gaan aangeven bij de autoriteiten? Dit was wat hij altijd gevreesd had. Het doden van een onschuldige... Al die jaren had hij het tegen kunnen gaan door zich vast te ketenen aan de muur, met een stalen band om zijn nek waarvan de ketens diep verankerd waren in de keldermuur, van de nacht voor volle maan, tot de nacht erna, als het gevaar was geweken... Hij kon het niet meer aan, kwam er niet meer uit, wist niet wat hij moest doen, of wat er met hem zou gaan gebeuren. Hij had hulp nodig... Dat was duidelijk. Maar waar..? Toen schoot het hem te binnen.
De tempel van de Ene. Vroeger was hij er wel eens geweest, toen zijn moeder nog in de stad woonde. Hij ging eigenlijk alleen mee om haar te vergezellen, maar ze had altijd hoog opgegeven van de eerlijkheid en wijsheid van de geestelijken. Misschien dat hij daar zijn antwoorden kon krijgen. Lupijn nam een besluit. Hij stond op, griste zijn mantel van de vloer en sloeg deze om. Daarna rende hij naar buiten, sloot omzichtig de deur naar zijn kleine woninkje af en liep met een gehaaste tred naar de plek waar hij al die jaren geleden voor het laatst was geweest... De tempel van de Ene.
((Lupijn naar: De tien torens: Het huis van de Ene God (Heropgebouwd)))
-=Lupijn=-
|
|
Back to top |
|
|
Shirala Terentia Sporenzoeker
Joined: 30 Mar 2004 Posts: 14 Location: Raganorck
|
Posted: Tue Mar 30, 2004 9:26 pm Post subject: |
|
|
Shirala had het koud. Ze kon zich niet herinneren dat ze het ooit zo ontzettend koud had gehad. De rillingen liepen over haar ruggengraat en ze was constant aan het klappertanden. Haar jurkje bood dan ook niet veel bescherming tegen de snijdende kou die deze winterdag met zich mee bracht. Hoewel de grijze, wollen jurk ooit wel dik en waar geweest bood hij tegenwoordig helemaal geen bescherming meer. De jurk was op meerdere plekken gescheurd en de stof was uitgedund doordat hij vele jaren gedragen was. De regen bleef meedogenloos op haar neervallen en doordrenkte haar jurk, haar en huid. De wind voelde hierdoor alleen maar kouder aan
Shirala kon haar handen niet gebruiken om zichzelf warm te wrijven omdat ze die constant voor zich uit moest houden om te voelen of ze ergens tegen aanliep. Lopen in een vreemde omgeving was heel moeilijk voor haar. Haar schoenen, die eigenlijk te klein voor haar waren, deden ontzettend veel pijn aan haar koude tenen. Haar handen waren geschaafd, ze had ze al meerdere malen moet gebruiken om zichzelf op te vangen omdat ze viel.
Dapper vocht Shirala haar tranen terug. Zelfs dit alles was beter dat wat haar anders te wachten had gestaan in het weeshuis. Ze schudde zelfbewust haar hoofd. Ze zou nooit meer terug gaan! Nooit! Ondanks haar dappere pogingen ontsnapte haar toch een wanhopige snik en warme, wanhopige tranen stroomde over haar wangen. Ze stopte even met lopen zodat ze haar handen kon gebruiken om te tranen boos uit haar ogen te wrijven.
Het zou allemaal zo veel makkelijker zijn als ze kon zien! Ze had geen idee waar ze was of waar ze naar toe aan het gaan was. Ze wist niet hoe lang ze al onderweg was of hoe laat het was. Shirala wist helemaal niets. Ze vocht wederom haar tranen terug en strekte haar handen weer voor zich uit. Zo liep ze verder.
Na een paar stappen kwamen haar handen in aanraking met iets dat aanvoelde als steen. Ze deed nog een stap dichterbij en liet haar handen over het oppervlak glijden. Het was een muur. Een stenen muur. Shirala rustte haar wang tegen de muur aan en sloot haar ogen. Zo bleef ze even staan. Stiekem hoopte ze dat als ze lang genoeg zou blijven staan dat ze door de muur heen zou kunnen lopen. Maar Shirala was oud genoeg om te weten dat dat helemaal niet kon.
Na een tijdje besloot Shirala verder te lopen. Ze bleef dicht langs de muur lopen en haar handen verlieten het stenen oppervlak geen moment. Plotseling botste ze met haar lichaam ergens anders tegenaan. Aarzelend strekte ze een hand uit om te voelen. Hout. Ook met haar andere hand begon ze dit nieuwe oppervlak te verkennen. Shirala besloot dat het oppervlak rond afliep. Het was vast een houten ton! Met haar handen op het oppervlak liep ze met de ton mee totdat ze weer tegen iets anders aanbotsten.
Ook dit nieuwe object verkende Shirala met haar handjes. Ze voelde twee verschillende dingen. Iets van hout dat was afgedekt met een soort zeil. Voorzichtig tilde ze het zeil op met een handje en voelde er onder met haar andere hand. Ze kwam in aanraking met een bodem die bedekt was met stro. Het voelde bekend. Haar bedje in het weeshuis voelde hetzelfde aan. Plotseling besefte Shirala hoe moe ze was. Zonder verder aarzelen krop ze onder het zeil. De kist, of wat het ook was, was veel groter dan zijzelf en Shirala paste er makkelijk in.
Ze krulde zich op in een bal en met haar handen onder haar hoofd sloot ze haar ogen. Ze was in ieder geval droog. Ze luisterde even naar het geluid van de regen op het zeil voordat ze, uitgeput en doorweekt, in een diepe slaap viel.
Shirala wist niet precies hoe lang ze had geslapen maar ze was zich er van bewust toen haar nachtmerries begonnen. Ze was zich er altijd bewust van… In haar slaap bekroop haar onmiddellijk de angst. Wordt wakker dacht ze bij zichzelf, maar het hielp niet. Het hielp nooit. In haar diepe slaap begon Shirala te mompelen en te draaien, terwijl de angstaanjagende beelden haar overnamen. Ze had geen idee wat ze zag, ze had in de wakkere wereld nog nooit gezien. Ze kon niets herkennen. Waarom de beelden haar dan wel angst aanjoegen wist ze niet. Maar de emoties waren zo sterk dat ze er niet onderuit kon. Niet lang daarna maakte de nachtmerrie zich van haar meester en Shirala begon in haar slaap te praten en te gillen… _________________ Door mijn ogen is de wereld zoveel simpeler
Dan door die van jou
Door mijn ogen is de wereld zoveel donkerder
Dan door die van jou |
|
Back to top |
|
|
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Tue Mar 30, 2004 11:10 pm Post subject: |
|
|
(( OOC: Lupijn vanuit: "De toen Torens: Het huis van de Ene God (heropgebouwd)" ))
Lupijn struinde over de natte keien die de straten van het torendistrict bedekten. De regendruppels daalden gestaag uit de grauwe, donkere hemel neer. Het was kil. Vanuit de huizen scheen hier en daar warm olielamplicht door de luiken die de ramen bedekten. Diep in gedachten verzonken baande Lupijn zich een weg richting zijn huis. Zijn bezoek aan de tempel was goed geweest. Ingegeven uit blinde paniek misschien, maar het had gewerkt, hij voelde zich een heel stuk kalmer. De woorden van de priester waren een troost en het was goed dat hij eindelijk iemand zijn over zijn lot en angsten had kunnen vertrouwen. Het sluimerende beest in zijn ziel dat ontwaakt leek, scheen weer weg te dommelen. Ondanks het nog steeds knagende schuldgevoel, had hij het idee dat de Ene weer op hem lette. Maar misschien had hij niemand vermoord, maar alleen verwond. Niet dat het voorval kon goedmaken. Hij was van gedaante veranderd in het paleis. Hij had levens op het spel gezet.
Haast als vanzelf vonden zijn voeten de weg naar huis. Hij trok de kap van zijn mantel nog iets verder over zijn ogen. Het was bar slecht weer. Hij zou blij zijn als hij eindelijk thuis was, zodat hij een vuurtje kon maken in de kleine houtkachel en onder de warme dekens van zijn bed kon kruipen om zijn malende gedachten voor een paar uur uit te schakelen.
Hij naderde het kaarsenpakhuis waaronder zijn kelderwoninkje lag. Door een deken van regen zag hij de luiken van het enorme gebouw opdoemen. Zijn voetstappen klonken hol tegen de vochtige muren in de verlaten straat. Hij werd een onbekende geur gewaar. Hij snoof eens diep. Hij kon de geur niet plaatsen en liep voorzichtig naderbij. Zouden de wachters van het paleis weten dat hij het was die iemand verwond had en in een hinderlaag liggen? Hij sloop omzichtig door. Onderwijl liet hij zijn hand op het gevest van de dolk in zijn riem rusten. Het konden ook dieven zijn die in een hinderlaag lagen.
Toen werd hij zich bewust van een zacht gepraat en zachte gilletjes. Hij sloop langs de met zeildoek afgedekte kisten die vlakbij de deur van zijn kelderwoning stonden. Het geluid leek van onder het zeildoek te komen. Hij liet het gevest van zijn dolk los en bukte zich om onder het zeildoek te kijken. Daar viel zijn oog op twee beentjes die uit een kapotte kist staken. Hij kwam voorzichtig dichterbij. Opgekruld in het stro in de kist lag een kind. Een meisje. Een versleten wollen jurkje bedekte haar magere ledematen. Haar ogen waren gesloten, maar ze leek zachtjes in zichzelf te praten en af en toe ontsnapte een gil aan haar lippen.
Wie liet er zo'n jong kind op dit tijdstip buiten? En in dit kille, natte weer? Bij de Ene, sommige mensen waren wel heel onvoorzichtig met hun kroost. Misschien was het kind verdwaald en was het van ellende weggekropen in het warme stro in de kist om aan de kou en de regen te ontkomen.
Hij aarzelde. Wat moest hij doen? Hij besloot het kind eerst maar zachtjes toe te spreken. "Hee... psssst. Gaat het? Ben je verdwaald?" Het bleef stil. Het zachte praten en gillen bleef doorgaan. Lupijn dacht na. Hij kon haar hier niet laten liggen. De kou zou zijn tol eisen op dit magere lichaam. En als het de kou niet was, dan misschien lieden die niet veel goed in de zin hadden. Hij kroop nog iets verder onder het zeildoek en pakte het kind voorzichtig met twee handen op. Zo licht!
Ze had haar ogen gesloten en leek diep in slaap, maar ondanks dat bleef ze zachte geluidjes maken. Lupijn kroop onder het zeildoek vandaan en sloeg zijn mantel om het kind in zijn armen om het te beschermen tegen de geselende regen. Wat kon hij doen? Allereerst moest ze opwarmen. Wie weet hoe lang ze al in de kou had gelegen. Misschien was er dan een zinnig woord uit te krijgen over haar huis of haar ouders, zodat hij kon gaan zoeken. Hij liep met de lichte last in zijn armen naar de deur van zijn huisje. Hij verschoof het kind, zodat hij haar op zijn ene arm kon houden, terwijl hij zijn andere hand de sleutel uit zijn zak haalde en de deur opende. Hij pakte onmiddellijk het kind weer met beide handen vast en liep snel naar binnen.
Hij legde het kind op zijn bed en dekte het toe met dekens, om het warm te houden. Daarna ontstak hij een vuurtje in zijn kleine houtkachel om de kilte uit de kamer te verdrijven. Terwijl de kamer langzaam opwarmde, ontstak hij wat kaarsen en ging hij in een stoel zitten tegenover het bed. Het meisje sliep nog, maar leek een onrustige droom te hebben. Hij bestudeerde het bleke, engelachtige gezichtje, omkranst met lang, rood krullend haar en dacht na over de onverwachte wendingen van deze avond... _________________ -=Lupijn=- |
|
Back to top |
|
|
Shirala Terentia Sporenzoeker
Joined: 30 Mar 2004 Posts: 14 Location: Raganorck
|
Posted: Wed Mar 31, 2004 11:15 am Post subject: |
|
|
Net zo als dat Shirala zich bewust was van het begin van de nachtmerries was ze zich in haar slaap ook altijd bewust van het einde van de nachtmerries. Het was het moment waarop ze eindelijk lekker kon slapen. De rest van haar slaap was altijd zonder nachtmerries. Andere dromen had Shirala nog nooit gehad…
Shirala merkte dat ze langzaam wakker begon te worden. Het rustige, eenvoudige gevoel van iemand die in diepe slaap was begon op te lossen. Eigenlijk wilde Shirala nog helemaal niet wakker worden en ze hield haar ogen nog lekker dicht. Misschien zou ze wel weer in slaap vallen als ze maar lang genoeg bleef liggen. Hier lag ze toch wel lekker droog.
Plotseling besefte het meisje dat ze niet meer in de krat lag. Het oppervlak onder haar was veel zachter dan waar ze op in slaap was gevallen. Ook hoorde ze niet meer het geluid van de regen op het zeil en ze had het warmer. Shirala wist dat ze niet meer op dezelfde plek was als waar ze in slaap was gevallen.
Shirala bleef roerloos liggen en hield haar ogen dicht. Ze snapte zelf ook wel dat ze niet uit zichzelf ergens anders terechtkon komen en dat iemand haar dus geholpen moest hebben. Shirala had in haar korte leven nog nooit iemand ontmoet die haar hielp en ook nog eens goede bedoelingen had. En ze had geen reden om te geloven dat het deze keer anders zou zijn. Misschien kon ze er achter komen wat er aan de hand was als ze net deed als of ze nog sliep. Om er zeker van de zijn dat ze haar ogen niet open zou doen, kneep ze ze stijf dicht. Zo bleef ze roerloos liggen terwijl haar hart in haar keel klopte _________________ Door mijn ogen is de wereld zoveel simpeler
Dan door die van jou
Door mijn ogen is de wereld zoveel donkerder
Dan door die van jou |
|
Back to top |
|
|
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Wed Mar 31, 2004 12:21 pm Post subject: voedsel |
|
|
Lupijn keek naar het kind dat op zijn bed lag. De sporen van verwaarlozing waren zelfs voor een leek als hij van het gezichtje af te lezen. Het kind was mager, had wat vieze strepen over haar gezicht lopen. Één van de handjes waarmee ze de dekens vastkneep had een flinke blauwe plek. Ze leek graatmager te zijn, ze had zo weinig gewogen, toen hij haar opgetild had en naar binnen had gedragen. Hij zuchtte. Wat nu? Afwachten maar. Hij durfde haar niet te wekken. Hij bleef lange tijd roerloos zitten in zijn stoel, starend naar het slapende kind, dat verlicht werd door de warme gloed van de kaarsen.
Na een tijdje veranderde de diepe regelmatige ademhaling van het kind. Ze leek even te bewegen, maar lag al snel weer doodstil. Lupijn zag dat ze haar ogen stijf dichtgeknepen hield. Ze was dus wakker. Hij bleef nog even stil zitten in zijn stoel en bedacht zich wat hij zou doen. Toen wist hij het.
Hij stond op uit zijn stoel en hing de mantel die hij al die tijd nog omgehad had op aan een haak naast een kast. Toen liep hij naar een andere kast en haalde een pannetje tevoorschijn. Hij opende de voordeur en liep naar de regenton, doopte het pannetje erin en vulde het met water. Met het gevulde pannetje liep hij voorzichtig terug naar binnen en zette het op het houtkacheltje dat ook de functie had van een simpel fornuis. Hij bukte zich om een paar blokken hout te pakken, opende het luikje dat de kachel afsloot en schoof het hout erin. Hij porde even in het vuur op het op te stoken en sloot toen het luikje weer.
Toen pakte hij zijn mantel van de haak en liep door de voordeur naar buiten. Hij draaide de deur op slot. Het bleef lange tijd stil in het kelderwoninkje, maar na een minuut of tien klonken er weer voetstappen buiten de deur. Een sleutel knarste in het slot en Lupijn kwam weer naar binnen, met zijn armen vol met spulletjes. Hij schoof met zijn voet de deur weer dicht en liep naar de tafel, waar hij voorzichtig twee stenen kruiken en een juten zak neerlegde.
Hij keek naar de nog immer roerloze gedaante op zijn bed. Ze hield nog steeds haar ogen stijf gesloten. Hij liep naar een kleine kast en haalde een bord en een mes tevoorschijn. Hij opende de juten zak en haalde er wat groenten uit, die hij met zijn mes klein begon te snijden. Het water in het pannetje op de kachel begon intussen zachtjes te borrelen. Hij rommelde wat in de juten zak en pakte er een stuk vlees uit en begon ook dat klein te snijden. Alles, inclusief het bot dat aan het vlees had gezeten verdween in het pannetje met water, waarin hij voorzichtig roerde met het mes. Hij liet het geïmproviseerde soepje doorkoken, terwijl een weldadige geur van voedsel zijn weg door het warme kelderwoninkje begon te zoeken.
Na een klein uurtje, waarin het meisje nog steeds niet had bewogen en Lupijn stilzwijgend het eten had bereid, pakte hij twee kommen en vulde ze met soep. Toen haalde hij nog wat brood en wat kaas uit de juten zak en legde dat op een bord op tafel. Hij zocht wat kasten door en vond uiteindelijk twee lepels, die hij naast de kommetjes legde, en twee mokken. Hij pakte de ene kruik en vulde beide mokken met melk. Toen borg hij beide kruiken op achter een deur aan de achterkant van het vertrek.
Hij pakte één van de kommetjes van tafel en liep naar het meisje toe. De geur van verse soep dreef over de randen van het kommetje. Hij ging naast het meisje, dat nog steeds met stijf gesloten ogen op bed lag en ging naast haar zitten.
"Ik weet dat je wakker bent. Heb je honger? Ik heb verse soep. Je hoeft niet bang te zijn. Je hoeft niets te zeggen. Ik zal het kommetje op de tafel neerzetten. Als je er klaar voor bent, kan je naar de tafel komen om het op te eten. Daar ligt ook wat brood en kaas voor je, en een mok met melk." Lupijn had zachtjes en vol genegenheid gesproken, om het meisje niet te laten schrikken.
Hij liep terug naar de tafel, waar hij het kommetje weer neerzette. Toen nam hij plaats op één van de stoelen die om de tafel stonden en doopte zijn lepel in zijn eigen kommetje met soep. Hij blies zachtjes en proefde van het warme vocht waarin stukjes groenten en vlees dreven. Het smaakte prima. Hij brak een stukje brood af en at het op. Toen gleden zijn ogen weer naar de ruimte, naar het bed, in de hoop dat het meisje zou reageren... _________________ -=Lupijn=- |
|
Back to top |
|
|
Shirala Terentia Sporenzoeker
Joined: 30 Mar 2004 Posts: 14 Location: Raganorck
|
Posted: Wed Mar 31, 2004 1:49 pm Post subject: |
|
|
Shirala bleef zo stil mogelijk liggen maar het was wel heel erg moeilijk. De spieren rond om haar ogen werden al snel moe omdat ze ze zo stijf dichthield en eigenlijk wilde ze wel even knipperen. Maar dat durfde ze niet. Ook begon ze een beetje last te krijgen van de zij waarop ze aan het liggen was. Eigenlijk lag ze helemaal niet zo lekker. Maar ze durfde gewoon helemaal niet te bewegen. Ze wilde niet dat iemand er achter kwam dat ze eigenlijk klaar wakker was.
Toen Shirala plotseling geluiden hoorde durfde ze helemaal niet meer te bewegen. Er was dus iemand in dezelfde kamer als zijn. Haar hart begon zomogelijk nog harder te bonken maar desondanks deed ze haar om best om te achterhalen wat ze allemaal aan het horen was. Ze kon duidelijk voetstappen horen en tegelijk wist ze ook dat ze maar één paar voetstappen hoorde. Er was dus waarschijnlijk maar één persoon bij haar in de kamer. Die persoon die ook aan het lopen was begon ook ergens wat te rommelen. Shirala hoorde allemaal verschillende geluiden maar ze kon er geen plaatsen.
Na een tijdje hoorde ze de voetstappen naar de andere kan gaan en toen hoorde ze nog een geluid dat ze kende. Het geluid van een deur die dicht ging. Ze bleef nog even luisteren maar hoorde daarna helemaal niets meer. Zou ze het durven om haar ogen even open te doen? Heel langzaam deed Shirala haar ogen open. Ze hoorde niemand er op reageren en ze knipperde even een paar keer met haar ogen. Toen ze daarop nog steeds geen reactie hoorde durfde ze het aan om een beetje anders te gaan liggen. Oh, wat zou ze graag willen kunnen zien waar ze was.
Na een tijdje deed Shirala haar ogen weer dicht en juist op dat moment hoorde ze de deur weer. Wederom kneep ze haar ogen stijfdicht en bleef ze roerloos liggen. Een hele lang tijd bleef Shirala zo liggen terwijl ze luisterde naar de geluiden om haar heen. Ze had geen idee wat er allemaal gebeurde. Tot dat een heerlijke geur haar neus bereikte. Onmiddellijk begon haar maag te knorren en ze hoopte vurig dat dat niet te horen was. Heel voorzichtig snifte ze de geur op. Ze had nog nooit zoiets lekkers geroken.
Niet lang daarna voelde ze dat het bed inzakte. Iemand was er op komen zitten. Shirala moest ontzettend veel moeite doen om niet te gaan gillen. Misschien wist de persoon nog niet dat ze eigenlijk al wakker was. Ze wist dat niet waar was toen de persoon tegen haar begon te praten. De geur, die door de persoon geïdentificeerd werd als soep, bereikte haar neus nu nog beter en haar maag begon steeds indringender te knorren.
Toen de persoon weer op stond en weg liep zat Shirala met een groot dilemma. Ze had zo’n ontzettende honger. Maar ze was ook zo ontzettend bang. Ze lag nog een paar momenten op bed met haar ogen stijfdicht geknepen terwijl ze aan het nadenken was. Maar uiteindelijk won haar honger van haar angst.
Wederom deed Shirala heel voorzichtig haar ogen open en ze knipperde een paar keer erg langzaam. Toen ging ze heel voorzichtig recht overeind zitten. Ze bleef heel even zitten en toen bedacht ze pas dat ze een groot probleem had. Ze wist helemaal niet waar de tafel was. Eigenlijk durfde ze het niet te vragen maar ze had nu te veel trek. Bovendien kon ze nu toch niet meer doen als of ze sliep. Dus zei ze, met een stemmetje dat niet meer dan een bang piepje was. “Ik weet niet waar de tafel is..”. _________________ Door mijn ogen is de wereld zoveel simpeler
Dan door die van jou
Door mijn ogen is de wereld zoveel donkerder
Dan door die van jou |
|
Back to top |
|
|
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Wed Mar 31, 2004 8:05 pm Post subject: |
|
|
Lupijn legde zijn lepel op de tafel neer toen het meisje rechtop ging zitten. Hij keek verwachtingsvol haar kant op. Hij hoorde haar hoge stemmetje stamelen dat ze niet wist waar de tafel was. In het flakkerende kaarslicht zag hij haar ogen. Zo vreemd... Een groen en een blauw oog, met een licht waas, keken zijn kant op. Ze... Ze... was blind! Het arme kind... Hij werd haast verteerd door medelijden met dit arme verwaarloosde schepseltje. Wie kon een blind meisje als dit op straat gegooid hebben?
Hij stond op uit zijn stoel en liep naar het bed toe, waar het meisje zat. Hij boog over haar heen en tilde haar voorzichtig van het bed op en naam haar in zijn armen. De dekens gleden van haar af op de grond. Zijn blik viel op de magere beentjes die onder de groezelige grijze jurk uitstaken. Ze zaten vol met blauwe plekken. Hij schudde vol afgrijzen zijn hoofd. Wie kon een kind zoiets aandoen? Hij drukte haar nog iets steviger tegen zich aan en liep de kamer door naar de tafel. Daar liet hij haar voorzichtig op de stoel zakken en schoof deze dichter naar de tafel.
Toen nam hij een van haar kleine handjes in de zijne. Hij geleidde haar hand over de tafel naar alle dingen die er lagen. "Dit is de kom met soep... Pas op, hij is nog warm. Hier ligt de lepel. Dit is een stukje brood en wat kaas, hier... is de mok met melk. Kan je het zelf? Of zal ik je helpen?" Hij sprak met een kalme stem vol van genegenheid, die werd gevoed door het intense medelijden dat hij had. Hij liet haar hand uit de zijne glijden en deed een stap naar achteren. Daar bleef hij verwachtingsvol staan kijken of het het meisje zou lukken om te eten. _________________ -=Lupijn=- |
|
Back to top |
|
|
Shirala Terentia Sporenzoeker
Joined: 30 Mar 2004 Posts: 14 Location: Raganorck
|
Posted: Wed Mar 31, 2004 8:51 pm Post subject: |
|
|
Shirala moest heel erg haar best doen om niet te gaan gillen toen ze werd opgetild. Hoewel ze er eigenlijk helemaal geen problemen mee had om opgetild te worden gebeurde het eigenlijk nooit. Vaak werd ze alleen ruw opgetild als ze in de weg zat of als ze weer een wat verkeerd gedaan had. Maar ze kalmeerde een beetje toen ze merkte dat ze eigenlijk heel voorzichtig werd gedragen. Ze zwaaide lichtjes met haar benen en wachtte zenuwachtig af op wat er nu zou gaan gebeuren.
Ze was echt verbaasd toen ze merkte dat ze ook daadwerkelijk in een stoel werd neergezet. Zenuwachtig schoof ze wat heen en weer op te stoel. Ze bleef stil zitten terwijl haar werd verteld waar alles lag. Shirala had een goed geheugen en haar tastzintuigen waren beter ontwikkeld dan bij andere mensen. Ze had niet veel meer waarop ze kon vertrouwen. Ze had al vroeg in haar leven moeten leren hoe ze voor zichzelf moest zorgen en daarbij had ze bijzonder veel gebruik moeten maken van haar gehoor en van haar handen. Als Shirala eenmaal bekend was met een situatie en de indeling daarvan kon ze handelen alsof ze echt kon zien.
Toen de hand die van haar los liet aarzelde ze even. Mocht ze echt van deze tafel eten? Zomaar? Maar… maar waarom dan? Maar Shirala had te veel honger om nog meer vragen aan haar zelf te gaan stellen. Ze schudde met haar hoofd. “Het lukt wel” gaf ze antwoordt op de vraag die haar gesteld werd. Deze keer was haar stem wat helderder en wat harder. Aarzelend strekte ze haar hand uit en pakte ze de lepel op.
Ze ging een beetje rechter op zitten en schepte met de lepel wat soep uit te kom. De heerlijke geur zo dichtbij deed haar watertanden. Na een paar keer goed blazen goot ze de soep in haar mond en slikte het door. Heerlijk! Shirala kon in alle eerlijk zeggen dat ze nog nooit zoiets lekkers had gegeten! Ze kon niet plaatsen wat er in de soep zat maar ze zat werkelijk te genieten.
Alle voorzichtigheid en angst vielen van haar af. Iemand die haar zoiets lekkers te eten gaf kon niet gemeen zijn! Ze pakte in het brood op in haar ene hand en de kaas in de andere hand en nam om beurten van beiden een hap. Ze kauwde het geheel samen en slikte het toen door. Ook dit smaakte heerlijk! Shirala begon op het eten aan te vallen met het plezier van iemand die nog nooit zo veel en zo lekker gegeten had. _________________ Door mijn ogen is de wereld zoveel simpeler
Dan door die van jou
Door mijn ogen is de wereld zoveel donkerder
Dan door die van jou |
|
Back to top |
|
|
Lupijn Dromenvanger
Joined: 13 Sep 2002 Posts: 434 Location: Raganorck
|
Posted: Wed Mar 31, 2004 11:43 pm Post subject: |
|
|
Lupijn keek met een glimlach naar het meisje dat aanviel op het voedsel alsof ze in dagen niet gegeten had. Ze kon zich uitstekend redden, ondanks dat ze niet kon zien. Hij liep weer naar zijn eigen zitplaats, aan de andere kant van de tafel. Daar nam hij zijn lepel weer op en at rustig verder van zijn soep. Een tijd lang was er niets anders dan het geschraap van houten lepels door de stenen kommetjes te horen in het warm verlichtte kelderwoninkje.
Na een tijdje stond Lupijn op om nog wat soep bij te schenken in het kommetje van het meisje en ging daarna weer zitten. Hij had genoeg gegeten, maar keek met plezier hoe het meisje ook dit tweede kommetje soep aanviel. Een glimlach speelde om zijn lippen. Hij voelde zich voor het eerst in dagen weer tevreden. Alle zorgen om zijn gedaanteverwisseling in het paleis en de verwondingen die hij had aangericht leken verzwolgen te worden door het gevoel dat hij eindelijk iemand kon helpen, in plaats van de loden last van schuldgevoelens die hij met zich meegetorst had.
Hij bestudeerde naar het engelachtige gezichtje, omkranst door de lange rode krullen. De ogen van het meisje, groen en blauw, waren bijzonder. Hij had nog nooit zoiets gezien. Hij vroeg zich af of dit wonderlijke kind door de Ene op zijn pad gezonden was. Jarenlang was hij niet in de tempel geweest, en vandaag bezocht hij de plaats voor het eerst weer om zijn daden op te biechten aan de priester. En uitgerekend bij zijn terugkomst uit de tempel vond hij dit verschoppelingetje, en voelde hij zich opperbest om het feit dat hij haar kon helpen, of tenminste van voedsel kon voorzien. De wegen van de Ene waren wonderbaarlijk.
Uiteindelijk hield het schrapende geluid aan de andere kant van de tafel op. Hij ontwaakte weer uit zijn mijmeringen en keek naar het meisje. Ze had haar lepel neergelegd op tafel en leek te zijn uitgegeten. Hij liep naar de kachel, opende het deurtje en pakte een pook, waarmee hij door de door het vuur bijna verteerde houtblokken uit elkaar trok, zodat het vuur doofde en alleen de warme gloed van gloeiende kooltjes overbleef. Toen ging hij weer zitten. Hij bleef stil, hopend dat het meisje uit zichzelf zou beginnen met praten. Hij wilde haar niet opjagen door vragen te gaan stellen. _________________ -=Lupijn=- |
|
Back to top |
|
|
Shirala Terentia Sporenzoeker
Joined: 30 Mar 2004 Posts: 14 Location: Raganorck
|
Posted: Thu Apr 01, 2004 8:10 pm Post subject: |
|
|
Na een tijdje raakte zelfs Shirala uitgegeten. Hoewel ze nog steeds honger had raakte het eten wat aan haar was gegeven gewoon op. Ook de tweede portie soep die in haar kom was geschept had ze opgegeten. Het verbaasde haar dat ze nog steeds honger had. Ze had nog nooit zoveel in één keer kunnen eten. Maar ondanks dat ze nog steeds honger had durfde ze niet te vragen of ze nog wat meer mocht hebben. Ze moest gewoon tevreden zijn met wat ze had gekregen.
Shirala veegde haar mond af aan haar mouw. Ze verschoof nog een beetje in haar stoel en ging vervolgens op haar handen zitten. Ze begon lichtjes haar benen heen en weer te zwaaien. Ze richtte haar blik naar beneden terwijl ze een beetje aan het nadenken was. Ze wist nog steeds niet waar ze was of bij wie ze was. In het begin was ze bang dat ze misschien weer terug was in het weeshuis maar nu wist ze dat dat in ieder geval niet waar was. Ook dacht ze ondertussen te weten dat deze persoon geen kwaad in de zin had. Anders had ze toch geen eten gekregen?
Plotseling besefte Shirala dat het al een tijdje stil was aan de tafel. Ze slikte even moeilijk. Zou er soms iets van haar verwacht worden? En zo ja, wat dan? Shirala voelt dat ze langzaam weer nerveus aan het worden was. Wat moest ze doen? Ze wilde niet de verkeerde dingen gaan doen. Ze wilde niet dat iemand boos op haar ging worden. Maar wat was verkeerd en wat was goed? Moest ze wat gaan zeggen of moest ze wachten tot ze aangesproken werd?
Maar de stilte begon Shirala een klein beetje angstig te maken dus besloot ze uiteindelijk dat ze toch maar wat moest gaan zeggen. Ze dacht even na en zei uiteindelijk zacht. “Be..Bedankt voor het eten”. _________________ Door mijn ogen is de wereld zoveel simpeler
Dan door die van jou
Door mijn ogen is de wereld zoveel donkerder
Dan door die van jou |
|
Back to top |
|
|
|
|
You cannot post new topics in this forum You cannot reply to topics in this forum You cannot edit your posts in this forum You cannot delete your posts in this forum You cannot vote in polls in this forum
|
Powered by phpBB © 2001, 2005 phpBB Group
|