Artoch Sporenzoeker
Joined: 28 May 2005 Posts: 18 Location: Tienen, België
|
Posted: Wed Jun 01, 2005 8:58 pm Post subject: Artochs aankomst in Aankele Haaie |
|
|
De wanden van de tunnel gleden voorbij terwijl de Ruige Wind erdoor vaarde.
Al dagenlang het zelfde tafereel en de ranzige geur die nooit leek te minderen. Een schaduwspel van werkende roeiers speelde zich af op de wanden bij het zwakke toortslicht. Er was één rechtopstaande schaduw te merken. Een vreemdeling, niet van deze regio, zelfs niet van één dichtbij. Hij kwam een ver land maar reisde al jaren.
Zijn gelaat werd gehuld in de schaduwen die zijn mantelkap wierp door het zwakke toortslicht. Zijn eenvoudige kleding varieerde maar vandaag was het een bruingroene kleur. Zijn houding was die van een man die wist wat zijn talenten waren. Handig in overleven. Hij leek verzonken in gedachten maar voor het goede oog was het duidelijk dat hij perfect kon zeggen wat er rond hem gebeurde tot in de kleinste details. Zo’n vaardigheden bezit je als je overleving van je training als sluipman afhangt.
Hij keek naar zijn eigen schaduw en die van de roeiers. Een nieuwe schaduw kwam aan dek: de kapitein van de Ruige Wind, Leo Balters genaamd. Een wantrouwige man die veel vragen stelde. Artoch negeerde hem, hij was zijn aandacht niet waardig en woorden aan een man in vervoering van de drank verspillen was niet echt waar hij zo veel zin in had.
De kapitein knikte vriendelijk naar Artoch en hij knikte vriendelijk terug.
“Een zekere mate van beleefdheid is altijd vereist”, dacht hij.
De laatste stad waar Artoch al een tijdje vertoefde heeft hij sneller als verwacht moeten verlaten en met een paar koperstukken zijn reis betaalt. De kapitein wou eerst niet maar simpele geesten verbrokkelen vlug bij hoge woorden en de juiste intonatie.
“Mijn verleden achtervolgt mij. Een oorzaak lang geleden en ik draag de gevolgen nog altijd ten volle”, dacht Artoch.
Zijn verleden…het probeerde zijn toekomst te worden en Artoch moest er voor vluchten.
“Ik kan niet rusten. Mijn geest is geen menselijk iets.”
Een lichtpuntje vormde zich in de verte en Artoch keek op van de wanden en wandelde naar de boeg. Wat hij vanuit gesprekken tussen de roeiers had opgevangen was dat de aanlegkade waar de Ruige Wind hem aan wal zou zetten en zijn waren zou verkopen.
De kapitein schreeuwde een paar bevelen en de boot meerde een poos later aan.
Artoch wendde zich tot de kapitein.
“Ik dank u voor deze overtocht en hoop nog eens het genoegen te hebben op uw schip mee te varen.”
“Ik zou u moeten danken om mij met uw aanwezigheid te eren heer. Om eerlijk te zijn hebben we geluk dat we zo vlot zijn binnengeraakt. Volgens mijn berichten is er een sterk verhoogde waakzaamheid in dit deze stinkende tunnels. Ze houden normaal ieder schip tegen. Ga allesinds langs bij de havenmeester heer. Vaarwel, mijn schip zal u altijd graag naar uw bestemming brengen.”
“Vaarwel kapitein.”
Na deze woorden liep Artoch naar de loopplank. Hij liep richting de kade en keek even rond.
Overal waren mensen bezig met ladingen te verstouwen.
“Werkende mieren”, dacht Artoch en moest binnensmonds glimlachen.
Hij dacht even na over de woorden van de kapitein.
"Als elk schip wordt tegengehouden, waarom het onze dan niet? Misschien moet ik toch op mijn hoede zijn in deze stad."
Hij liep even over de kade en wendde zich tot een gezette vrouw. Haar kleren waren vuil van de vele ladinge vissen schoon te maken.
"Excuseer mevrouw, kan u mij het gebouw van de havenmeester even tonen?"
De gezette vrouw draaide zich om, spuwde en zei:
" 'Tuurlijk m'neer. Daar is 't. Het gebouw met de wachters voor."
"Veel dank mevrouw. Tot ziens"
Terwijl Artoch weg liep keek de vrouw hem nog even aan. Hij wandelde richting het gebouw van de havenmeester. Wanneer hij voor de deur stond bestudeerde hij de wachters. Vermoeid, met al die drukte en de omstandigheden rond de tunnels zullen ze waarschijnlijk niet veel kans tot rust krijgen.
Een wachter geeuwde en sprak Artoch aan:
"Hebt u zaken met de havenmeester burger?"
"Er is mij verteld dat ik met hem moest spreken ja."
"Ga maar naar binnen en wacht tot hij met je wil spreken."
Na een langgerekte geeuw van de wachter ging Artoch door de eikenhouten deur naar binnen.
((OOC: Artoch naar de het kantoor van Izeboud Pekel.)) _________________ Gevoelens is een leeg begrip...ons verstand geeft het inhoud. |
|